7,6 km

Doe de deur dicht
Zet de wereld open
Zet het langzaam
Op een lopen

Langs d’Olde Zwarver
Die over het water staart
Naar elk bootj’ of schip
Dat over de golven vaart

Ga door Onderdijks
Dan naar boven, los van ’t land
Langs de tuien van de Molenbrug
Naar de groene overkant

Met de bocht mee naar beneden
Over het dijkje langs de rivier
Adem zuurstof, licht en leven
Geniet van alle schoonheid hier

Zie de toren van de Bovenkerk
En daar de Koornmarktspoort
Verderop de oude synagoge
De historie leeft steeds voort

Kijk ook naar de nieuwe stadsbrug
Met haar wielen schitt’rend goud
Ze lokken je terug naar de stad
Waar je stiekem veel van houdt

En lach voordat je oversteekt
Om waar koeien ‘s zomers horen:
Met hun poten in de IJssel
Of boven in de Nieuwe Toren

Loop langs de schepen aan de kade
Door de lange Oudestraat
Met zijn vele kleine steegjes
Waardoor je naar ’t plantsoen toe gaat

Ren dan door over de Burgel
Maar blijf in ’t park weer even staan
Want de ganzen die daar wonen
Doen het immer rustig aan

Na drie kwartier bewegen
Zijn je zintuigen verwend
Zitten vol met nieuwe beelden
Van de stad die je al kent

Je haren zijn verwaaid en
Je rug is nat van ’t zweet
Maar er is één ding
Dat je nu wel zeker weet:

Van een rondje rennen
Brug naar brug
Ben je altijd weer
Te snel terug

*

Ik trok de stoute schoenen aan en zond twee gedichten in om mee te dingen naar de titel Stadsdichter van Kampen. Ik ben het niet geworden, maar eindigde wel in de top 3. Het andere gedicht heet Mama-zijn.

2 reacties

Plaats een reactie