Hartslag

Als een bezetene trap ik op de pedalen. De adrenaline giert door mijn lijf en mijn hart klopt in mijn keel. Ga ik straks echt iemand reanimeren? Zou het een oudere persoon zijn of een jonger iemand? In wat voor huis kom ik terecht? Kan ik dit wel? Oh, laat alsjeblieft de hulpdiensten al ter plaatse zijn, zodat ik overbodig ben!

Pas een paar minuten geleden stond ik nog bij de Albert Heijn mijn boodschappen te scannen. Ik voelde me ontspannen, dacht terug aan een fijne dag, toen mijn horloge begon te trillen en ik de melding zag van HartslagNu. Een reanimatieoproep. Terwijl ergens anders een hart was gestopt met kloppen, versnelde dat van mij. Iemand had mijn hulp nodig. Nu!

Heel even twijfelde ik. Zo’n oproep gaat naar meerdere mensen en je bent niet verplicht om te gaan. Maar toch. Áls je iemand kunt helpen, moet je dat doen. Zeker als iemand in levensgevaar is. De spanning kroop mijn lijf in. Zo snel ik kon propte ik de boodschappen in mijn tas en reageerde op de oproep. Ja.

Haastig op weg naar het gemeentehuis, waar ik volgens de app een AED kan ophalen, denk ik terug aan de EHBO- en reanimatietrainingen waarin we mochten oefenen op een pop. Bij zo’n man van kunststof is het niet moeilijk om het shirt open te scheuren en de stickers van de defibrillator op zijn schouder en in zijn zij te plakken, maar in het echt gaat dat vast niet zo eenvoudig. Bovendien voel ik me nu al opgejaagd, hoe kan ik straks rustig blijven?

Nerveus druk ik op de knopjes van de kast waar de AED in zit. De app heeft me de pincode gegeven, toch toets ik eerst verkeerd. Toe nou, ik moet opschieten! Mijn vader, die bij de politie werkt, heeft me wel verteld over reanimaties waar hij en zijn collega’s bij zijn geweest. Soms gaat het goed, maar in de meeste gevallen overlijden de slachtoffers uiteindelijk toch. Laat het hier alsjeblieft lukken, smeek ik in een schietgebedje.

Haastig duw ik de AED in mijn fietstas en stap weer op. Een paar honderd meter maar, dan ben ik al op het juiste adres. Desalniettemin trap ik me de longen uit mijn lijf om nóg sneller te komen. Mijn gedachten schieten naar een oud-collega, die ook eens had gereageerd op zo’n HartslagNu-oproep. Zij vond de reanimatie zo heftig dat ze zich daarna heeft uitgeschreven als burgerhulpverlener. Hoe zal ik er straks op terugkijken? Ik wil graag helpen, maar ik wil er geen trauma aan overhouden.

Wanneer ik dichter bij de opgegeven locatie kom, zie ik de politieauto’s al staan. Twee zijn het er. Op straat veel nieuwsgierige mensen: naast hun fiets, met hun hond, in de deuropening van hun huizen. Wat moet ik nu doen? Politieauto’s zijn toch standaard uitgerust met een AED? Dan ben ik nu toch niet meer nodig?

Even sta ik besluiteloos voor de woning, nahijgend van mijn fietssprint. Aan de agent die bellend buiten komt, laat ik voor de zekerheid de defibrillator zien. Ik kijk hem vragend aan, wil zijn gesprek niet storen. Hij schudt zijn hoofd en loopt verder, om de weg vrij te maken voor de naderende ambulance.

Hoewel het drama binnenshuis nog lang niet voorbij is, haal ik opgelucht adem. Ik kijk nog één keer om voor ik de AED ongebruikt terugbreng naar zijn kast bij het gemeentehuis. Ik ben blij dat ik mocht helpen, maar stiekem nog veel blijer dat mijn hulp uiteindelijk niet nodig was.

2 reacties

  1. Ik vind het sowieso al dapper dat je je daarvoor hebt opgegeven ! Zelf zou ik geloof ik permanent gespannen raken van de idee, dat je zomaar opgeroepen kunt worden. Dus hoera voor jou ( en andere burgerhulpverleners ) !

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie