De troost van Chicoletta-Kip

‘Dag Eenhoorn en Chicoletta-Kip,’ groet mijn oudste dochter de knuffels die ze op mijn bed achterlaat. ‘Ik ga jullie missen.’ ‘Maar jij mag ze ook wel bij je houden vannacht,’ probeer ik nog. ‘Ik heb al zoveel andere knuffels van jullie gekregen!’ ‘Nee, mam,’ zegt ze stellig. ‘Jij hebt pijn. Jij hebt ze nodig.’

De laatste tijd had ik al vaker last van mijn linkervoet, maar meestal ging de pijn gauw over. Vanmiddag echter niet. In plaats van minder, wordt de pijn alleen maar meer, tot ik op het laatst bijna niet meer kan lopen of staan.

Vanaf het moment dat de meiden door hebben dat het serieus is, springen ze allebei in de help-mama-stand. ‘Kunnen we iets voor je doen?’ ‘Heb je nog een klusje voor ons?’ ‘Hier, een dekentje / kussentje / knuffel.’

Na het avondeten, dat ik hinkend op tafel heb gezet, brengen ze alle borden en pannen terug naar de keuken. Ze geven me een appel en een mesje, zodat ik zittend kan schillen. Ze zetten alle stoelen zo neer, dat ik genoeg steun heb als ik ergens naar toe wil. Ze leggen mijn coolpack recht en komen naast me zitten, met een arm om me heen en de iPad op schoot, zodat ik ook mee kan kijken.

Ik ga zittend de trap op om de meiden naar bed te brengen. Ze maken ruimte op hun slaapkamers en zetten hun bureaustoelen klaar zodat ik makkelijk heen en weer kan rijden. Ze stellen zich enorm meewerkend en geweldig zelfstandig op en laten zich ook verrassend makkelijk instoppen.

Straks kruip ik er ook in, samen met Eenhoorn en Chicoletta-Kip. Ik baal van mijn zere voet, waardoor ik me ineens zo verschrikkelijk onthand voel, maar ik ben vooral ontzettend trots op mijn fantastische en hulpvaardige meisjes.

8 reacties

Plaats een reactie