Knallen

Ietwat zenuwachtig zit ik op de melkbus te spelen met de aansteker. Hij brandt niet goed en dus gebeurt er niks. ‘Hebben jullie er nog één?’ vraag ik onzeker aan de meiden die staan te kijken. ‘Ja hoor, ik help wel even,’ zegt één van hen. Ze houdt een vlammetje bij en voor ik er erg in heb, klinkt er een harde knal. Verrast en verschrikt kijk ik op. Dan dringt door wat er gebeurd is. Ik heb carbidgeschoten!

Ik ben opgegroeid met carbidschieten, in die zin dat het om me heen veel gebeurde. Ieder jaar met oud en nieuw was het weer raak. Het vuur dat de deksels en ballen van de bussen deed springen en de harde, diepe dreunen wekten altijd een soort ontzag op.

Toch heb ik de eerste drieëndertig jaar van mijn leven nooit meegedaan. Omdat ik geen mensen kende die schoten, maar ook omdat ik niet durfde. Tot vijf jaar geleden. Toen ben ik het parkje ingelopen en heb ik de eerste de beste groep mannen aangesproken. Zij vonden het alleen maar leuk om zo’n onervaren vrouw in te wijden in de wereld van het carbid en lieten me dan ook met plezier op hun bus plaatsnemen.

Vandaag wil ik het weer een keer proberen. Al voor zeven uur vanmorgen klonken de eerste dreunen door de stad. Op bijna elke straathoek staan groepjes mensen met bussen en carbid. Opgewekt ga ik dan ook op pad, op zoek naar een melkbus. Hoe moeilijk kan het zijn?

Stukken moeilijker dan ik dacht. Het zijn alleen niet de bussen en hun doffe dreunen, maar vooral de mensen die me angst inboezemen. Ze staan in zulke grote groepen bij elkaar te praten, te lachen en bier te drinken, dat ik niks durf te vragen. Wat zullen ze wel niet van me denken? Waarom zouden ze mij op hun melkbus laten zitten? Ze vinden me vast stom!

Terwijl ik mezelf de grond in praat, loop ik door de stad. Melkbussen genoeg, maar aan lef heb ik een groot gebrek. Op sommige plaatsen zijn de groepen kleiner, maar de knallen juist harder. Ze klinken niet alleen in je oren, maar trillen ook na in je buik. Dat lijkt me te eng, dus loop ik door.

Ik ben al bijna thuis, nog onverrichter zake, als ik besluit toch nog één slinger door het parkje te maken. Ik ben teleurgesteld in mezelf, baal ervan dat ik me zo bang loop te maken. Tot ik daar twee meiden zie, die bij een melkbus staan te giechelen. ‘Dag mevrouw!’ groeten ze.

Dan pas herken is ze; het zijn twee oud-leerlingen van me! We kletsen even, één van hen vertelt dat ze pas vandaag heeft leren carbidschieten. Dan durf ik eindelijk. ‘Zou ik misschien ook eens…?’ vraag ik voorzichtig.

Na het eerste schot vraag ik om een foto, zodat ik beeld heb om bij na te genieten. ‘We kunnen ook wel een filmpje maken?’ stelt één van de meiden voor, terwijl de andere de bal haalt. Wat lief dat ze zo meedenken! Stralend ga ik weer op de melkbus zitten, houd de aansteker bij het gaatje. Het lijkt wel alsof het vuur door de bus opgezogen wordt. ‘U moet er tegenaan trappen,’ adviseert het meest ervaren meisje me. Even bevangt de onzekerheid me weer, maar dan trap ik en klinkt er een harde knal. Glunderend kijk ik op. Mijn dag is goed!

Eén reactie

  1. Leuk stukje! Ik heb vandaag voor de eerste keer carbid geschoten en vond het op zich ook wel spannend maar toch net even iets minder dan jij.
    In ieder geval enorm genoten maar helaas wel heel erg last van mijn gehoor gekregen door dat geknal, het piepte helemaal in mijn oren na afloop.

    Like

Plaats een reactie