Spelletjes

‘De weerwolven worden wakker. Wie gaan jullie vannacht vermoorden?’ Twee leerlingen doen hun ogen open en wijzen een slachtoffer aan. Dan gaat de spelleider verder, haar stem vol dramatiek: ‘Oké. Geniet van jullie smakelijke hapje en ga weer lekker slapen.’

Het is druk in mijn lokaal, maar wel gezellig druk. Na ‘stil lezen’ en ‘vragen stellen over de toetsweek’ is het derde onderdeel van mijn laatste les ‘spelletjes spelen’. Ik had leerlingen gevraagd bord- of kaartspelletjes mee te nemen en ik heb er zelf ook een aantal meegebracht, dus is er genoeg te doen.

Vlak bij mijn bureau spelen een paar leerlingen Koehandel. ‘Ik heb een geit in de aanbieding,’ zegt er één. ‘Een mooie geit. Mèèèh! Wie biedt? Tien? Honderd? Honderdtien? Verkocht!’

Verderop spelen jongens met hun Rubiks Cubes. Of ze mij kunnen leren hoe ze die zo snel oplossen? ‘Tuurlijk mevrouw! Kijk, je maakt eerst het witte vierkant en deze kruisen. Dan doe je dit laagje, maar dan moet je wel hierop letten, kijk, zo. Hoekje, hoekje, rechts, naar boven, rechts, hoekje, draai…’ Ik ben het overzicht al lang kwijt. Mijn leerling niet: ‘Maar als u het nog sneller wilt leren, moet u hém even vragen, hij heeft alle formules in een schriftje staan!’

Aan de tafel ernaast doen twee meiden Halli Galli. Het gaat er hard aan toe. ‘We hebben de regels aangepast en onze ringen af gedaan,’ leggen ze uit. ‘Anders doet het pijn als we tegelijk op de bel slaan. Verder zijn we helemaal niet fanatiek, hoor!’

Een andere groep speelt Beverbende. ‘Nu hebben we verloren!’ hoor ik wanneer ik erbij kom staan. Een jongen stoot zijn buurvrouw aan, met wie hij samenspeelde. ‘Ik zei toch dat we met hém moesten ruilen? Hij had goede kaarten. Maar nee hoor, jij vond dat weer zielig.’

Ik loop door naar de tafel waar vier jongens Pim Pam Pet spelen. ‘Wat doe je het liefst op zondagochtend met een ‘A’?’ Even is het stil. Dan begint er één te grijnzen. Bij een ander speelt een besmuikte glimlach om de mondhoeken. ‘Gheghe!’ gniffelt er een derde. Dan pas zien ze mij en verschijnt de schrik in de ogen. ‘Oei! Mevrouw Bouma snapt het ook!’ Ik lach en loop door. ‘Eh… volgende vraag dan maar?’

Plaats een reactie