Ze lacht nog

Ik parkeer de motor en stap af. Dan draai ik me verwachtingsvol naar de mannen die even verderop uit de auto stappen. Het zijn de examinator en mijn instructeur. Het afgelopen halfuur hebben ze me gevolgd en goed in de gaten gehouden wat ik deed. Met semi-serieuze gezichten komen ze naar me toe gelopen. Ik zet mijn helm af. ‘Ah, ze lacht in ieder geval nog,’ merkt de examinator op.

Dat ik lach is al een hele vooruitgang. Bij het eerste examenonderdeel, bijzondere verrichtingen, stond ik letterlijk met knikkende knieën naast de motor. Deze keer was ik ook wel zenuwachtig, maar toch minder. Toegegeven: vannacht lag ik wakker. En toen ik wel sliep, droomde ik dat ik met het openbaar vervoer naar de examenlocatie ging. Ik vergat mijn motorkleding en kon niet afrijden.

Wat dat betreft ging dit examen, dat na bijzondere verrichtingen en theorie het laatste onderdeel is, al veel beter. Vooraf had ik nog een uur les gehad. In de stromende regen reed ik over de snelweg. Mijn instructeur vertelde me via de portofoon welke afrit ik moest nemen, waar ik links of rechts moest en wanneer ik de rotondes moest verlaten. Tussendoor gaf hij een paar tips en gelukkig ook een aantal complimenten.

Tijdens het examen was het een stuk stiller in mijn oortje. Ik kreeg wel aanwijzingen waar te rijden, maar de overige opmerkingen bleven uit. Nu moest ik zelf laten zien wat ik geleerd had en wat ik kon. Natuurlijk voelde ik de druk, maar ik had ook plezier. De regen was gestopt, mijn motorpak zat lekker en mijn humeur was goed.

Bij het wegrijden van de parkeerplaats was ik de volgauto meteen kwijt. Dat was niet erg. Ik had de opdracht gekregen míjn rit te rijden, met mijn achtervolgers hoefde ik geen rekening te houden. En inderdaad, na een poosje verscheen de wagen met de examinator en de instructeur weer in mijn spiegels. Ik reed door. Stuurde een halfuur lang door bochtjes waar dat kon en sloeg af waar dat moest.

Uiteindelijk kwam ik terug op de parkeerplaats, waar ik nu dus met mijn helm in mijn handen sta te wachten. De examinator loopt langzaam in mijn richting. ‘En je mag blijven lachen,’ merkt hij dan op. De grijns op mijn gezicht wordt breder. Ik dacht al dat het goed ging, maar ik wil het natuurlijk wel zéker weten. ‘Je bent geslaagd.’ Ik krijg een hand van de examinator, een knuffel van mijn instructeur en bel dan uitgelaten mijn vriend. ‘Ik heb het gehaald!’ brul ik in zijn oor.

Op de motor terug naar mijn woonplaats straal ik zoals ik dat lange tijd niet heb gedaan. ‘Ik ben geslaagd, geslaagd, geslaagd,’ zingt het vrolijk in mijn gedachten. De zon begint te schijnen, zowel in mijn hoofd als tussen de wolken door. De wereld ligt voor me open, letterlijk en figuurlijk. Ik wilde iets nieuws leren – dat is zeker gelukt. Maar nu begint het pas écht. Ik ben benieuwd waar de motor me nog brengen zal.

8 reacties

Plaats een reactie