‘Kijk, ooievaars!’ roep ik verrukt tegen de meiden terwijl ik het hoge nest aanwijs. Verveeld kijken ze door de autoruit naar buiten. ‘Ja, en?’ vraagt de oudste. ‘Wat is daar zo bijzonder aan?’
Ik geniet van de aanblik van de grote vogels. Het contrasterende zwart-wit vind ik prachtig, zeker in combinatie met de feloranje-rode poten en snavel. De ogen als zwarte parels in de zijkant van de kop.
Maar misschien zijn het vooral de herinneringen die de dieren bij me oproepen. In gedachten ga ik terug naar de zondagmiddagen, vroeger, waarop mijn vader de krant dichtsloeg, van de bank opstond en zei: ‘Kom, wy sille by de earrebarren sjen!’
Naar de earrebarren, de ooievaars, was leuk. Bij Eernewoude zat destijds een ooievaarsstation, bedoeld om de populatie te vergroten. Sommige jonge vogels zaten in grote kooien, andere waren vrij, maar rond voedertijd wisten ze het station allemaal te vinden.
Met de voeten in regenlaarzen gestoken stonden we te kijken hoe eendagskuikens aan de ooievaars werden gevoerd. Statig liepen de beesten rond. Met hun lange, puntige snavels pikten ze de kuikens op.
Die laarzen droegen we niet voor niets, want het station lag in natuurgebied De Alde Feanen, dus gingen we ook wandelen. Het gebied bestond uit natte, zompige stukken veengrond die met elkaar waren verbonden door talloze lage, houten bruggetjes. Prachtig was het om daar overheen te stampen.
Het veengebied zelf was ook bijzonder. De bodem was zo vochtig, dat hij nog meters ver natrilde als iemand erop sprong. Het was elke keer weer een feestje om de grond onder je voeten te voelen bewegen of zelf in beweging te brengen.
Tijdens de wandeling, die in mijn beleving vast veel verder voerde dan in het echt, zagen we soms ooievaars vliegen. Met gestrekte nek en gespreide vleugels zweefden ze over ons heen. Af en toe hoorden we ze ook. Terug bij het station konden we dat spektakel van dichtbij beleven. Het was mooi om te zien hoe zo’n vogel zijn kop in de nek legde en met zijn snavel begon te klepperen.
We zijn het ooievaarsnest al lang voorbij gereden als ik reageer op de vraag van mijn dochter. ‘Misschien zijn ze niet heel bijzonder, maar ik vind het wel mooie vogels om te zien.’ Van de bijbehorende jeugdherinneringen hebben de meiden natuurlijk geen idee. Misschien moet ik ze er maar eens over vertellen. Of beter: ze mee op pad nemen, voor nieuwe herinneringen.


Wat een leuk verhaal! Je schrijft zo levendig dat het wel lijkt alsof je er gister nog lekker als kind rondbanjerde 😊
Toen ik opgroeide in de jaren ’80 waren er bijna geen ooievaars, dus ik vind ze ook nog steeds bijzonder. Het is mooi dat de populatie nu weer vergroot is, maar dat moeten we de kids van nu er wel bij vertellen 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel! Het waren inderdaad mooie middagen.
LikeLike
leuke blog mevrouw bouma alleen is nl een beetje moeilijk
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een mooi verhaal Berber! Jouw verhalen zijn erg leuk om te lezen!
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel, Bert!
LikeGeliked door 1 persoon
Ik denk dat tweede, mee op pad nemen. al vinden ze het nu maar niets, later zullen ze er nog veel over vertellen
LikeGeliked door 1 persoon
Ik denk dat je gelijk hebt. We blijven er lekker op uit gaan!
LikeLike