Bij de boulangerie op het dorpspleintje koop ik vier pains-au-chocolat en twee baguettes voor de lunch. Op het laatste moment bestel ik ook een café-a-emporter. Tijd voor een kleine pauze voor ik weer terugga naar ons vakantiehuis.
Mijn wandeling is niet bijzonder spectaculair, maar wel erg fijn. De heuvels en bomen maken het landschap anders dan thuis en ik vind het heerlijk om om me heen te kijken. Het meertje bij het dorp ligt er mooi bij, gebouwen en wolken worden er prachtig in weerspiegeld.

Via de supermarkt liep ik naar de plaatselijke cimetière. Ik ben altijd benieuwd hoe begraafplaatsen er in het buitenland uitzien. Er zijn vaak veel verschillen met de onze, maar in de kern zijn ze toch allemaal gelijk.
Daarna wandelde ik naar het kleine centrum, waar ik nu met mijn brood en een beker koffie de bakkerswinkel uit stap. Ik ga zitten op één van de bankjes op het plein en kijk genoeglijk om me heen.
Mijn blik kruist die van de man op de bank naast me. Aan zijn voeten ligt een golden retriever en op het tafeltje voor hem staan twee koppen koffie. Hij begint in het Frans tegen me te praten. ‘Je ne comprends pas,’ zeg ik. ‘Je ne parle pas Francais.’ ‘Ah! You’re Dutch!’ reageert hij. ‘That’s good, I’m English.’
Terwijl zijn hond, met de naam ‘Belle’ op haar halsband, snuffelend tussen ons heen en weer loopt, vertelt hij me hoe hij in dit dorp terechtgekomen is, hoeveel Nederlanders en Britten er wonen en dat hij gisteravond een feestje had aan het meer. ‘Eigenlijk lust ik geen koffie,’ zegt hij met een hoofdknik naar het tafeltje. ‘Ik drink liever thee.’ ‘Maar soms moet je wel,’ vul ik hem lachend aan. Zijn ogen twinkelen terwijl hij Belle over haar kop aait.
‘Ze is een lieve hond,’ vertelt hij. ‘Maar ik moet wel oppassen als ik haar roep in het park. Er zijn er vaak meer die zich aangesproken voelen en dan moet ik elke keer weer uitleggen dat ik ma chien bedoel.’

Vrijwel gelijktijdig hebben we onze koffie op. We gaan weer verder de dag in. Hij loopt met Belle naar zijn fiets, ik pak mijn tas met broodjes en kom eveneens overeind. Vrolijk wandel ik even later langs het meertje richting de beboste heuvels, terug naar huis. Ik heb zin om te lunchen met mijn lief en zijn kinderen.