In de auto op weg naar huis kozen we om de beurt een nummer om naar te luisteren. ‘Sorry van Kyteman,’ stelde mijn lief voor. ‘Oh ja, dat is een mooie!’ zei ik. Hij keek me van opzij aan. ‘Eigenlijk kies ik het voor jou. Omdat jij dat woord veel te vaak gebruikt.’ Prompt viel ik stil. De eerste tonen van Kytemans trompet klonken door de kleine ruimte.
Sinds dat moment in de auto, nu bijna een halfjaar geleden, ben ik me veel meer bewust van mijn eigen excuses. Ik maak ze vaak. Veel. En vooral: onnodig. ‘Je zou eens een dag géén ‘sorry’ moeten zeggen,’ adviseerde mijn vriend toen. Die woorden heb ik onthouden, maar het is me nog nooit gelukt.
Ik zeg ‘sorry’ als ik te laat opmerk dat er een collega door de deur wil en ik hem net niet voor zijn neus dichttrek. Ik zeg ‘sorry’ als ik bijna over een schooltas val die in het gangpad tussen de tafels staat. ‘Sorry’ als ik tijdens het voorlezen over mijn woorden struikel.
Ik zeg ‘sorry’ als ik tijdens het hardlopen wandelaars wil inhalen en ik ruimte nodig heb op de stoep. Ik zeg ‘sorry’ als ik in de supermarkt voor een schap sta te treuzelen waar iemand anders iets uit wil pakken. ‘Sorry’ als ik zelf ergens bij wil.
Ik zeg ‘sorry’ als ik tijdens een spelletje de dobbelstenen voor mijn beurt oppak. Ik zeg ‘sorry’ als ik begin te praten terwijl een ander zijn zin nog niet heeft afgemaakt. ‘Sorry’ als ik naar de witte chocoladepasta reik terwijl mijn dochter haar mes erin wil steken.
Ik zeg ‘sorry’ als ik ergens precies op tijd kom, in plaats van een paar minuten te vroeg. Ik zeg ‘sorry’ als ik bij het hardlopen niet zo snel ben als mijn vriend. ‘Sorry’ als iemand een vraag stelt en ik het antwoord niet weet.
Ik zeg ‘sorry’ als ik niet lekker in mijn vel zit en ik niet zo gezellig ben als ik had willen zijn. Ik zeg ‘sorry’ als ik niet uit mijn woorden kom. ‘Sorry’ als ik huil.
Ik zeg ‘sorry’ tegen alles en iedereen. Op momenten dat het gepast is, maar vaker als het echt niet hoeft. Het laatste halfjaar ben ik me er bewuster van, maar het lukt me niet te minderen. En dus zeg ik ‘sorry’. Heel vaak ‘sorry’.
Tijdens onze autorit was er dan ook maar één antwoord mogelijk op Kytemans Sorry. Toen de laatste trompettonen weggestorven waren, liet ik de stem van R.E.M.’s Michael Stipe uit de speakers klinken. The Apologist. ‘I’m sorry, so sorry,’ zong hij. Ik had het niet beter kunnen zeggen.

En als het woord zo uitgespeld staat, ziet het er eigenlijk nog raar uit ook…
LikeGeliked door 1 persoon
Dat viel mij ook al op!
LikeLike