Met suizende oren en gloeiende wangen zit ik in de gele stoel bij het raam. Mijn hoofd zit vol watten en mijn blik glijdt doelloos heen en weer tussen de tuin en mijn telefoon, waarop ik zit te scrollen zonder te weten waar ik eigenlijk naar kijk.
Deze week ben ik begonnen met een werkervaringsplek in de boekwinkel hier in de stad. Nu duidelijk is dat ik niet meer voor de klas kan terugkeren, is het tijd te onderzoeken wat wél mogelijk is. Het opbouwen van uren is één van de dingen die daarbij horen.
Eerst voelde ik me vooral knullig. Werken dóe je toch gewoon? Dat hoef je toch niet te leren? De praktijk, met zijn burn-outs, heeft echter wel anders uitgewezen, dus heb ik mijn schroom opzij gezet en contact opgenomen met de boekhandel. Ik legde mijn situatie uit en mocht langskomen in de winkel.
Al tijdens het eerste gesprek ontving de eigenaresse me met open armen en gaf me te kennen dat ik meer dan welkom was. Afgelopen maandag was dan mijn eerste werkdag. Nou ja, ‘dag’… Ik zou slechts twee uur meedraaien, maar het is een begin.
En wat voor begin! Even moest ik wennen aan het idee aan de andere kant van de toonbank te staan, maar al gauw had ik er plezier in en maakte ik me die zijde, met alle bakjes, vakjes, postzegels, bonnen, inpakpapier en andere dingen eigen. Met hulp van mijn collega’s leerde ik te werken met de kassa en hoe je pakketjes aanneemt en uitgeeft.
De tijd tussen de boeken vloog voorbij, de uren zaten erop voor ik er erg in had. Op adrenaline ging ik verder de dag in, korte tijd dacht ik dat ik de hele wereld aankon. Tot mijn lijf en mijn hoofd aangaven dat het genoeg was. De vermoeidheid nam het over en ik stortte in. Mijn jongste dochter schudde de kussens van de bank op en legde een deken over me heen. Af en toe aaide ze over mijn hoofd, vroeg ik of nog wat drinken of een koekje wilde. Toen de meiden naar bed gingen, ging ik er direct achteraan.
Vandaag was mijn tweede werkdag. Weer twee uur in de winkel waar ik altijd al zo graag kom. Ik verkocht puzzelboekjes en wenskaarten, kranten en kinderboeken en stond iedereen met een glimlach te woord. Niemand klaagde als ik hulp moest vragen aan collega’s, alles kwam goed. Het was heerlijk.
Nadat ik een klant een fijne dag gewenst had, keek ik op de klok van de kassa. Mijn dienst bleek er al vijf minuten op te zitten. Vlug liet ik mijn blik de winkel rondgaan. Kon ik weg of was ik nog nodig? Natuurlijk kon ik gaan, ik ben immers boventallig, daarvoor is het een werkervaringsplek, maar ik voelde me toch al verantwoordelijk. Ik nam afscheid van mijn collega’s en liep opgetogen naar mijn fiets.
Nu ben ik weer thuis en vloeit de energie langzaam weg. Ik voel mijn lijf zwaar worden en mijn gedachten afdrijven. Mijn hoofd bonkt en ik weet niet of ik het warm of koud heb. Het is alsof mijn lichaam alle prikkels van vanmorgen nu pas begint te verwerken en zelf ook niet goed weet hoe het dat aan moet pakken.
Kennelijk kun je werken toch leren en kunnen twee uren in een van je favoriete winkels best veel zijn. Gelaten geef ik me over aan alle onbestemde gedachten en gevoelens. Ik heb tijd nodig om bij te komen en op te laden. Dus neem ik die maar, zodat ik volgende week weer met frisse energie naar de boekhandel kan gaan. Ik kijk er nu al naar uit.


Echt super !
( en heb je eigenlijk niet de neiging, nu je er meerdere uren staat, om zelf meteen ook maar de winkel leeg te kopen ? 😉 )
LikeLike