Dreamnight (1)

Dreamnight KarakterEen vreemd soort voordeel van het hebben van een dochter met een diagnose: heel soms krijg je er wat leuks voor terug. Deze avond mogen we naar Ouwehands Dierenpark voor een Dreamnight at the Zoo. Een droom die zomaar eens op een nachtmerrie uit kan lopen.

Na mijn lessen en administratieve verplichtingen ben ik zo snel mogelijk naar huis gegaan om mijn fiets te parkeren en in de auto te springen. Manlief had al ingepakt, dus konden we direct op pad. Misschien hadden we van tevoren beter na moeten denken: is een uitje aan het eind van de middag wel verstandig? En dan ook nog eens aan het eind van de week?

‘Mam! Ik verveel me!’ klinkt het al na vijf minuten vanaf de achterbank. ‘En ik heb honger!’ De meiden zeuren er lustig op los. Een kwartier later slaapt de jongste gelukkig. De oudste, gefascineerd door het verkeer, volgt de route met de TomTom in de hand (wij hebben nog zo’n ouderwets, niet-ingebouwd exemplaar) en wil alles weten. ‘Klopt het dat we op de A50 rijden?’ – ‘Waarom staan die strepen daar?’ – ‘Papa, je moet straks rechts aanhouden!’

In de auto

Het verkeer in de andere rijrichting staat vast. De file zet haar aan het denken. ‘Waarom rijden die auto’s zo langzaam?’ ‘Omdat ze op elkaar moeten wachten. Ze kunnen niet sneller.’ ‘Oh. Maar waarom heet dit dan een snelweg als je er wel heel snel mág, maar als dat dan weer niet kan als het heel druk is? Dan is het toch ook geen snelweg meer?’ ‘Eh…’

‘Mam, zullen we “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet” doen?’ vraagt ze even later. Tot mijn verrassing reageert de jongste nog sneller dan ik, kennelijk is ze weer wakker. ‘Ik wil ook meedoen!’ ‘Nou!’ zegt de oudste boos. ‘Dan doe ik niet meer mee!’ Zucht. Het is altijd hetzelfde met die twee.

Uiteindelijk blijkt de oplossing te bestaan uit “Ik zie, ik zie” in teams. Mijn man en de oudste zitten in het ene, de jongste en ik vormen het andere. De spelregels en puntentelling blijven me volstrekt onduidelijk, maar het is evident dat wij verliezen. Dochterlief heeft het spel amper beëindigd als ze terugvalt in haar oude relaas: ‘Ik verveel me weer en ik heb nog steeds honger!’

‘Waarom gaan we eigenlijk naar een speeltuin waar we zo lang voor in de auto moeten zitten?’ vraagt ze vlak voor we er zijn. ‘Omdat ze hier ook dieren hebben,’ antwoord ik. ‘Maar ik houd helemaal niet van dieren!’ roept ze. ‘Die vind ik stom! Kunnen we niet naar huis gaan? Of naar een speeltuin dichterbij? Ik wil terug. En zíj (zusje) mag me niet slaan!’

Als we de parkeerplaats van de dierentuin oprijden, houden de meisjes heel even op met ruziën. ‘Mam! Ik wil niet zo ver lopen!’ roept de oudste. Daarna gaat ze weer verder met vitten op haar zusje. Ik klik de jongste uit de gordel en til haar uit de auto. Ze begint te huilen en te piepen omdat haar knuffel nog binnen ligt. De oudste roept nog maar eens dat ze honger heeft. Ik haal diep adem. Onze Dreamnight moet nog beginnen, maar ik heb nu al mijn twijfels.

 

Eén reactie

Plaats een reactie