‘Zoek je iemand?’ Met een emmer rode en bruine herfstbladeren in de hand kijkt de vrouw me aan. Ik maak mijn blik los van de graven om me heen. ‘Nee hoor,’ antwoord ik. ‘Af en toe lees ik over uitvaarten op deze begraafplaats, maar ik was hier nog geweest. Het ligt er netjes bij!’ ‘Dank je,’ antwoordt ze. ‘Je bent welkom, hoor!’
Ik had even getwijfeld voor ik door het openstaande hek liep. Het was druk op het kerkhof; er zou toch geen uitvaart bezig zijn? De grote hoeveelheid schoffels en harken gaf echter de doorslag, die nemen mensen doorgaans niet meer naar zo’n plechtigheid. Het grint knerpt onder mijn voeten.
Een man met een kruiwagen vol tuingereedschap spreekt me aan. ‘Liggen hier bekenden van je?’ wil hij weten. ‘Nee,’ zeg ik, ‘al kom ik wel veel namen tegen die me bekend zijn uit deze regio.’ Hij lacht. ‘Dat herken ik. Soms denk ik dat er hier vroeger maar drie of vier families woonden. Wat dat betreft is het goed dat er wat meer import is.’
Het is een kleine begraafplaats, maar wel een echte, naast de kerk, met een speciaal plekje voor de pastoors. ‘Het onderhoud doen we met vrijwilligers,’ vertelt een van de vrouwen me. ‘Meestal zijn we met negen mensen. Vroeger waren dat er meer, soms vallen er een paar af. Toen zijn vrouw overleed, werd het één van onze mannen bijvoorbeeld toch te veel.’
De najaarswind ruist door de bomen en de dames kijken gelijktijdig omhoog. ‘We hopen in de herfst altijd op oostenwind. Als de wind uit het westen komt, waaien de blaadjes van die bomen daar zó onze begraafplaats op. Dan blíjven we natuurlijk bezig.’
‘Zeker als er een uitvaart is, moet het er netjes uitzien hier,’ gaat de andere vrouw verder. ‘Meestal is het niet zo druk, maar vandaag zijn er nog twee overleden. Een vrouw van 95 en één van eh… ook iets in die richting. ’t Blijft verdrietig, maar ’t zijn mooie leeftijden.’
Ze trekt nog wat onkruid tussen de graven vandaan. ‘Je zou het misschien niet zeggen, maar het is best gezellig hier. We gaan elke drie weken samen aan de slag en achteraf drinken we nog wat met elkaar. Bij toerbeurt nemen we koffie mee voor achteraf. Je weet wel, met zo’n lekkere dikke koek!’ Ze werpt me een ondeugende glimlach toe.
Ik maak mijn rondje langs de graven af en kan niet anders dan concluderen dat het kerkhof er prachtig uitziet. Ik geef mijn complimenten aan de vrouwen. ‘Het is dankbaar werk,’ beamen ze. ‘Zo blijft dit voor nabestaanden een fijne plek om terug te komen.’ Ik knik waarderend en loop over het knerpende grint naar de uitgang. Net wanneer ik op mijn fiets stap, komt er een man aan met een tas vol thermoskannen en koffiebekers. En lekkere dikke koeken, natuurlijk.
Mooi geschreven weer !
Heb jij nu ook zin gekregen in lekkere dikke koeken, of ga je toch liever in je eigen tuin schoffelen en harken ?
LikeGeliked door 1 persoon
Het goede antwoord is misschien dat ik het liefst de tuin in ga, maar ik geloof dat ik toch meer van de koeken ben…
LikeGeliked door 1 persoon