‘Meid toch, ben je zo gespannen?’ vraagt mijn examinator als hij ziet hoe ik sta te trillen. De vraag of ik zenuwachtig was, had ik al bevestigend beantwoord, maar dit is niet normaal meer. Ik wéét dat ik het kan, heb alle examenonderdelen eindeloos geoefend, maar toch staat het zweet me in de handen en op de rug.
Vanmorgen, toen ik opstond, was de spanning al voelbaar in mijn lijf. Gelukkig had ik geen verplichtingen voorafgaand aan mijn examen, dus kon ik lekker rustig aan doen. Of was dat juist jammer? Want nu miste ik ook de afleiding waar ik zo’n behoefte aan had.
Mijn instructeur en ik arriveerden ruim op tijd op het terrein waar het examen afgenomen zou worden. Fijn, zo kon ik de omgeving rustig in me opnemen. Van de twaalf oefeningen die ik de laatste tijd geleerd heb, zou ik er zeven moeten uitvoeren, waarvan ten minste vijf correct. Gisteren, tijdens mijn rijles, lukte dat nog. Maar vandaag? De zenuwen gieren door mijn lijf.
De eerste proef is de uitwijkoefening. Ik rijd een rondje over het terrein, maak vaart en doe precies wat ik geleerd heb. De oefening hoeft niet over, dus is hij goed genoeg. Nu zou ik opluchting moeten voelen, de kop is eraf, maar ik zit letterlijk met knikkende knieën op de motor.
De examinator ziet het en hij is geweldig. Geduldig spreekt hij me moed in en geeft me alle tijd, ook wanneer een oefening niet in één keer goed gaat. ‘Probeer ervan te genieten, motorrijden is juist hartstikke leuk!’ Ik doe mijn best, maar het huilen staat me nader dan het lachen.
Dat zeg ik ook: ‘Volgens mij ga ik straks janken, of ik het nou haal of niet.’ ‘Maar dat mag ook nu vast,’ reageert de examinator. ‘Als je nu even huilt, ben je de spanning in ieder geval kwijt.’ De tranen prikken achter mijn ogen, maar ze breken niet door. Dan maar verder met de volgende oefening.
Ik had al eens grappend tegen mijn instructeur gezegd dat ik in mijn zenuwen alles fout kan doen, zelfs lopen met de motor. Dat maak ik prompt waar door de machine de eerste keer verkeerd vast te houden. ‘Zo loop je toch ook niet met je fiets?’ vraagt mijn examinator lachend. Oh nee. Gelukkig krijg ik een herkansing.
Wanneer alle opdrachten er kennelijk op zitten, ik ben de tel al lang kwijt, laat de examinator me zijn notitieboekje zien. Er staan vakjes en kruisjes en het duurt veel te lang voor ik onderaan het belangrijkste kruisje zie. Het staat bij de V. Voldoende! Ik ben geslaagd! Langzaam trekt er een brede glimlach over mijn gezicht.
Het liefst zou ik schrijven dat alle spanning direct van me afglijdt, maar gebeurt helaas niet. Toch rijd ik een stuk relaxter achter mijn instructeur aan naar de rijschool terug. De verwachte tranen komen vast later vandaag nog wel. Voorlopig overheerst het gevoel van trots.

Oooh wat goed!!! Van harte gefeliciteerd!!
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel!!
LikeGeliked door 1 persoon
[…] hele vooruitgang. Bij het eerste examenonderdeel, bijzondere verrichtingen, stond ik letterlijk met knikkende knieën naast de motor. Deze keer was ik ook wel zenuwachtig, maar toch minder. Toegegeven: vannacht lag ik […]
LikeLike