Achter mij blijven

De stapel met autobanden komt in hoog tempo op me af. Mijn enige doel op dit moment is ervoor te zorgen dat ik er niet in terecht kom. Ik laat het gas los en trek aan het stuur. Het gaat nipt goed, maar aan de andere kant van de baan verschijnt al een nieuwe stapel banden. Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig?

Ik had er net een wandeltocht van dertig kilometer op zitten, toen mijn lief belde. Hij was met zijn zoon op weg naar de kartbaan. Of ik het ook leuk vond even te komen kijken, ik was immers toch in de buurt. Ik nam de uitnodiging letterlijk: even kijken kon geen kwaad. Voor ik er echter erg in had, stond ik met een helmmutsje in mijn ene en een ticket in mijn andere hand.

Mijn voeten plakten nog in mijn wandelschoenen, ik vermoedde zelfs een blaar onder de bal van de linkervoet, maar nu was het dus al tijd voor de volgende activiteit: karten. Dat heb ik één keer eerder gedaan, anderhalf jaar geleden, toen eveneens met mijn lief en zijn kinderen. Zij hadden al ervaring, ik bracht er weinig van terecht. Nu is mijn kans om mezelf te verbeteren.

‘Hebben jullie nog tips?’ vroeg ik, terwijl we met de helmen in onze handen stonden te wachten tot we in de wagens mochten gaan zitten. ‘Ja,’ antwoordde mijn liefs zoon met twinkelende ogen, ‘achter mij blijven.’ Ik schoot in de lach, achtte de kans inderdaad groot dat hij me voor zou blijven. ‘Maar jij rijdt auto!’ probeerde hij me nog moed in te spreken. Tevergeefs.

Direct bij de start, hij begon vóór mij, schoot hij al voor me uit. Even zag ik nog zijn achterhoofd, daarna vloog hij de bocht om en was ik hem kwijt. Mijn lief racete al gauw om me heen, net als alle anderen. Nu rijd ik in mijn eigen rondjes, in mijn eentje, en doe ik mijn best uit de banden te blijven. Ik probeer de bochten van buiten in te sturen, zoals me geadviseerd werd, er kort doorheen te draaien en goed uit te komen. De theorie is makkelijker dan de praktijk.

Sommigen zeggen dat je op deze baan continu vol gas kunt rijden. Mij kunnen ze meer vertellen. Ik rem weinig, maar durf het gaspedaal echt niet ingedrukt te houden. Tegen het eind van de heat voel ik hoe mijn kart van achteren wordt aangetikt. Het verbaast me niet dat mijn lief me kort daarop inhaalt.

Het maakt niet uit. Ondanks alles race ik met een grote glimlach in mijn eigen tempo over de baan. Wanneer de tijd erop zit, geef ik mijn liefs zoon een hand – het is hem ruim gelukt mij voor te blijven. Ik ben intussen tevreden met mijn zevende plek. Dat er ook maar zeven mensen reden, laat ik even buiten beschouwing.

2 reacties

Geef een reactie op Anoniem Reactie annuleren