Brownie

‘En vergeet niet: je mag overal gezien worden.’ Het was een van de laatste dingen die de bedrijfsarts me meegaf voor ze me haar kamer uit begeleidde. Hoewel ik al wist dat dat zo was, was ik blij dat ze het zei, want werken, wonen en ziek zijn in dezelfde stad is niet altijd een makkelijke opgave.

Niet dat ik zin heb om overal te komen, overigens, laat staan dat ik de energie ervoor heb. Nadat ik mezelf eerst mentaal af moest remmen, ben ik ook fysiek ingestort. Het grootste deel van de dagen breng ik languit op de bank door, geteisterd door enorme hoofdpijn, verkrampte spieren en intense vermoeidheid.

Toch stuur ik mezelf ook iedere dag naar buiten. Hardlopen lukt nu niet, maar wandelen kan wel. Beweging en frisse lucht zijn goed voor een mens, dus die pak ik elke dag mee. Het kost me soms moeite om van de bank te komen, maar eenmaal buiten is het toch wel lekker.

Zo ook vandaag. Ik ben eerst naar de fysio gewandeld, daarna naar de bieb en vervolgens naar de drogist, die niet had wat ik wilde. Op naar de volgende, die had het evenmin. Ik waagde een laatste poging bij de derde winkel, maar kwam weer voor niets.

Uit pure frustratie zoek ik het brownierecept dat mijn zus me eens geappt heeft en stap de tegenoverliggende supermarkt binnen. Terwijl ik de ingrediënten in mijn mandje verzamel, vraag ik me af of ik überhaupt zin heb om te bakken. Het resultaat is wel lekker, maar wil ik echt alle moeite ervoor doen? Kan ik dat opbrengen?

Als ik bij de kassa sta, hoor ik ineens bekende stemmen. Leerlingen! Een vloek schiet door mijn hoofd. Hoe heb ik zo stom kunnen zijn om tijdens de lunchpauze van school de supermarkt binnen te gaan? Ik vermijd hem altijd rond dit tijdstip, maar nu heb ik mijn gedachten er écht niet bij gehad.

Ik maak me zo klein mogelijk, verberg me in mijn jas, alles om maar niet gezien te worden en geen lastige vragen te hoeven beantwoorden. Het lijkt te lukken. De jongens gaan vóór mij de winkel uit. Ik treuzel nog even bij de kassa voor ik ze achterna ga. Dan draait een van hen zich om.

‘Ha, mevrouw Bouma!’ begroet hij me vrolijk, terwijl hij een pak chocoladekoekjes opentrekt. ‘Wilt u er ook één?’ ‘Nee, dank je,’ antwoord ik. ‘Ik ga vanmiddag een brownie bakken met mijn kinderen.’ Ter illustratie houd ik mijn tas omhoog. ‘Dat is toch ook met chocolade?’ wil de jongen weten. Hij kletst vrolijk verder. Vertelt dat hij na twee chocoladekoekjes meestal al vol zit, maar dat hij na schooltijd nog naar zijn opa gaat en dat die er vast ook één lust.

Na een paar meter moeten we allebei een andere kant uit. Hij zoekt zijn klasgenoten weer op, ik kies de route zonder leerlingen. Opgelucht haal ik adem. Zo erg was deze confrontatie met school niet. Eerlijk gezegd viel het mee, want de moeilijke vragen bleven uit. Misschien was het zelfs best gezellig. Rustig wandel ik terug naar huis. Hopelijk heb ik vanmiddag genoeg energie om met mijn meiden een brownie te bakken.

2 reacties

  1. Werd vanmiddag door de jongen in het verhaal op deze blog gewezen, heb de blog met plezier gelezen, net als enkele andere. Fijn leesvoer dat je doet glimlachen.

    Ik hoop dat de energie om de brownies te maken er was. Verder veel sterkte en succes met het herstel. Het heeft even geduurd voordat je ‘instort’, voor herstel staat ook de nodige tijd. Achteraf levert deze periode veel nieuwe inzichten op, maar je moet er maar even ‘doorheen’.

    Hartelijke groet,

    Diane

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op Anoniem Reactie annuleren