Misschien morgen

Mijn lief is van de directe actie. Ik in theorie ook, maar in de praktijk betekent het dat ik dingen toch vaak uitstel tot ‘straks’, ‘later’ of ‘binnenkort’. Toen ik hem laatst vroeg of ik zijn hogedrukreiniger mocht lenen, omdat de tegels in de tuin te glad worden om met de motor over heen te gaan, kwam hij hem bijna meteen brengen.

Daarna stond het apparaat wekenlang ongebruikt in mijn schuur, tot mijn vriend opperde dat ik ook de tegels ín de motorberging schoon zou moeten spuiten. ‘Dat kan ik niet in mijn eentje,’ sputterde ik. ‘Ik ben niet sterk genoeg om de berging zelf te verrijden.’ Prompt stond hij op, reed mijn motor naar buiten, rolde de berging opzij en pakte de hogedrukreiniger uit de schuur.

Toen kon ik niet achter blijven. Ik rolde de tuinslang uit, waar eerst een knik in bleek te zitten, daarna een gat, en hij sloot hem aan. Nog geen uur later waren de tegels op de plaats van de berging schoon en rolden we de stalling weer terug op zijn plek. Zo snel kan het kennelijk gaan.

‘Kom, stap in de auto,’ sprak mijn lief daarna. ‘Waarom?’ wilde ik weten. ‘Wat gaan we doen?’ ‘Naar de bouwmarkt, voor een nieuwe tuinslang.’ Had ik al gezegd dat hij van de directe actie is? Een klein halfuur later was ik weer thuis, met twintig meter tuinslang en vijfentwintig kilo zand om na het spuiten tussen de tegels te vegen.

Natuurlijk bleven slang en zand nog een poosje ongebruikt liggen, ze hoorden immers bij de klus die ik ‘later’ uit zou voeren, maar nu is het dan toch zover. Ik sleep alle spullen van het terras, bloempotten, kratten, de tuintafel, en sluit de nieuwe tuinslang aan. Dan hijs ik mezelf in regenlaarzen, -broek en -poncho en ga aan de slag.

Vrolijk spuit ik serpentines van water op de tegels. Eén voor één ga ik ze bij langs; eerst doe ik de buitenkanten, daarna ‘kleur’ ik de binnenkanten schoon. Het is geestdodend werk en eigenlijk best rustgevend. Mijn gedachten vliegen alle kanten op, maar ik hoef er niets mee en dat is fijn.

‘Wat zie je er gek uit!’ roept de jongste dochter even later vanuit de deuropening. De modder zit inmiddels in mijn haar, op mijn voorhoofd en mijn brillenglazen. Ze is klaar met het versieren van de versgebakken cupcakes en wil graag even op de tablet. Ik geef toestemming en spuit weer door.

Ruim twee uur en heel veel tegels later vind ik het mooi geweest. Het begint intussen te schemeren, mijn voeten zijn half bevroren en mijn handen verkrampt van het knijpen in het pistool. Maar het terras bij het schuurtje en de motorberging is weer mooi oranjegeel, ik heb wel eer van mijn werk.

Morgen neem ik het laatste deel van de tegels onder handen, zo neem ik me stellig voor. Ik kan heus ook van de directe actie zijn. ‘Maar morgen gaat het vriezen,’ zegt een stemmetje in mijn hoofd. ‘En je wilt nog hardlopen, boodschappen doen, naar de bibliotheek, stofzuigen, een blog schrijven…’

Morgen maak ik het af, spreek ik het stemmetje tegen. En als dat niet lukt, doe ik het binnenkort. Daarna zucht ik. Op het gebied van directe actie heb ik misschien toch nog wat te leren.

2 reacties

Plaats een reactie