Links van me is een straatje dat zó steil omhoog loopt, dat ik blij ben dat mijn navigatie aangeeft dat ik rechtdoor moet. Even verderop blijkt echter een Baustelle te zijn waar ik echt niet omheen kan, dus keer ik mijn motor. Gelukkig is er wel een Umleitung – natuurlijk precies door dat ene straatje. Ik haal diep adem, sla af en draai de gashendel open. Mijn hart bonst in mijn keel als ik boven aankom, maar de trots overheerst: ik heb het tóch gedaan.
Op de ochtend dat ik mijn spullen pakte en op de motor laadde, kon ik wel huilen. Mijn hoofd zat vol met wat als-gedachtes, mijn lichaam stond stijf van de spanning en ik durfde echt niet. Anderzijds wilde ik wel graag, zeker na de succeservaring kortgeleden met mijn lief. Ik had alles geregeld: motor op orde, pechhulp en verzekering gecheckt – wat was nou het ergste dat me kon overkomen?
Ondanks alle bezwaren die mijn brein aanvoerde, ben ik opgestapt. Snelweg tot Arnhem, daarna kronkelroutes Duitsland in, naar Sauerland. Langzaamaan maakte de stress plaats voor plezier en al gauw reed ik glimlachend door de heuvels. Eenmaal bij mijn hotel bij Arnsberg aangekomen, voelde ik me de koning te rijk: zie je wel dat ik het kan?
De bochten zijn prachtig. Ik heb geleerd van mijn vorige motortrip en kijk nu uit naar de verrassingen die erachter liggen. Soms zijn dat Straßenschäden of nieuwe Baustellen, met of zonder Umleitung, maar meestal nieuwe bochten, pittige klimmetjes en schitterende vergezichten.
Het rijden wissel ik af met kleine uitjes. Ik bezoek de Dechenhöhle, druipsteengrotten, bij Iserlohn en het uitzichtpunt over de Biggesee bij Attendorn. Daar spreid ik de wegenkaarten uit op een picknicktafel, om een nieuwe route uit te stippelen en een hotel te zoeken. Waar ik heen wil, weet ik niet, maar dat ik nog niet terug wil naar huis, staat vast.
De volgende dag zak ik vanuit Siegen verder af naar het zuiden, richting de Eifel. Als mijn TomTom aangeeft dat ik met een pont de Rijn over moet, ben ik eerst geneigd de route aan te passen. Wat als ik niet begrijp wat ik moet doen? Wat als er iets verkeerd gaat? Toch herpak ik mezelf: als ik op mijn motor met een pont de IJssel over kan, moet het op andere plaatsen ook lukken. Ik ga alsnog – en ik geniet.
Het landschap kent steeds hogere heuvels en het motorrijden wordt daardoor steeds mooier. Na korte pauzes in Andernach en Mayen kom ik uit in Monreal: een klein dorp met een riviertje en prachtige vakwerkhuizen. Op een terras eet ik een Flammkuchen en boek ik een hotel in Valwig, vlak aan de Moezel. Voor ik daar aankom, stuur ik mezelf de Valwigerberg over. Stijgen, dalen en heel veel bochtjes – een beetje spannend, maar vooral heel fijn!
Ook de Moezel kun je oversteken met een pont, ervaar ik. Ondanks dat me eerst niet duidelijk is waar hij precies zal aanleggen, lukt het me toch. Over de Moselweinstraße rijd ik verder naar Piesport, waar de rivier sierlijk om de stad heen krult. Vrolijk groet ik de andere motorrijders die ik hier tegenkom, dat zijn er veel!
Bij een Bäckerei plan ik mijn vervolgroute. Via Monschau, met nog meer vakwerk én meer toeristen, kom ik uit in Jülich. Gedurende de dag is het rijden steeds makkelijker geworden. Niet alleen omdat ik gewend raak aan de heuvels en de haarspeldbochten, maar ook omdat er hier simpelweg minder van zijn. Ik ben weer meer naar het noorden getrokken en besluit morgen terug te gaan naar huis.
Voldaan kijk ik terug op de afgelopen dagen. Ik stel mijn navigatiesysteem nog één keer in op kronkelroutes en laad mijn bagage op de motor. Niet alleen fysieke bagage overigens, vooral ook heel veel nieuwe ervaringen. Ik heb prachtige foto’s en herinneringen en ben hartstikke trots omdat ik toch ben gegaan.




Wat goed, en wat een prachtige foto’s weer !
LikeGeliked door 1 persoon