Post bezorgen

Met in mijn ene arm mijn jongste dochter, in mijn andere hand een fietsje, een stepje en een tas vol flyers sjouw ik door de wijk. Ondertussen ontsteekt mijn oudste dochter voor de zoveelste keer in woede: ‘Het is niet eerlijk! Deze mensen hebben óók al een sticker op de brievenbus!’

Creatief met taal - post 2Mijn badmintonvereniging organiseert een introductieprogramma voor potentieel nieuwe leden en we hebben thuis een dik pak flyers gekregen om de trainingen bij buurtgenoten onder de aandacht te brengen. Mijn dochters stonden meteen te springen van enthousiasme. ‘Jaaa! Wij mogen post bezorgen! Dat vinden de mensen vast leuk om te krijgen, hè mam?’

Op de eerste plaats kun je nog betwijfelen of iedereen echt gelukkig wordt van een badmintonflyer in de brievenbus (al raad ik natuurlijk iedereen aan eens mee te komen spelen). Daarnaast ben ik er al gauw achter dat ík in ieder geval niet vrolijk word van deze gezamenlijke flyeractie, want mijn dochters lopen elkaar voortdurend in de weg.

De oudste wil alles zelf doen en geeft haar zusje zo min mogelijk ruimte. Zodra de jongste op haar loopfietsje een tuinpad inslaat, vliegt de oudste er op haar step omheen om maar als eerste bij de brievenbus te zijn. ‘Ha ha! Jij mag lekker niet meer,’ jouwt ze, ‘want hier zit al één in!’ Waarop de jongste machteloos begint te jammeren en zich aan mijn benen vastklampt.

Creatief met taal - postDe nee/ja- en nee/nee-stickers blijken voor de meiden lastig te begrijpen. Als mensen er één op de brievenbus hebben, mogen ze er van mij geen flyer in gooien. Maar sommige mensen hebben een naambordje op of vlak boven de brievenbus en dan mag het wel. Vooral mijn oudste raakt er gefrustreerd door ‘Maar mama! Hoe kan ik nou weten of ze wel of geen post willen? Ik kan toch nog niet lezen!’

In een veel te laag tempo gaan we de huizen langs en vechten de meisjes om brievenbussen alsof hun leven ervan afhangt. ‘Nee! Deze is van mij!’ tegenover ‘Ikke ook doen!’ – het is een ongelijke strijd. De jongste geeft dan ook algauw op. Ze neemt niet langer genoegen met mijn benen om aan te hangen, nu wil ze opgetild worden.

Traag slenteren we terug, ik ben er helemaal klaar mee. Thuis laat ik alles onder mijn armen vandaan vallen, op de dochter na, die zet ik netjes op de grond. We gaan warm eten en daarna mogen de meisjes naar bed. Als ze slapen, ga ik naar de sporthal om te badmintonnen. Die laatste flyers bezorg ik later wel. Alleen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s