Ik heb duidelijk niet de hyperfocus van een echte ADHD’er. Het talent om als een autist urenlang met volle concentratie een klusje te doen bezit ik evenmin. Als het neerkomt op het schilderen van een muurtje, ben ik er eigenlijk na vijf minuten al klaar mee. Maar die muur helaas nog niet met mij…
Het begon met het idee van mijn man om een schoenenkastje te kopen. Om begrijpelijke redenen was hij de chaotische berg pumps, laarzen, slippers en sloffen zat, dus schaften we een kast aan. Daarop moesten zowel onze kapstok als die van de kinderen opzij en ook voor de spiegel moesten we een alternatieve plek zoeken.
Bij zo’n verandering hoort ook een andere kleur, dus togen we naar de bouwmarkt. Ik ging voor knalblauw, wat mooi afsteekt bij onze zilveren muur, mijn man koos voor een supersofte pasteltint. Dankzij mijn overredingskracht fietsten we even later met een veel te grote emmer blauwe verf terug naar huis.
Nu sta ik dus in de gang met in de ene hand een roller, in de andere een kwast. Het begin was best leuk hoor, maar ik heb hier echt geen geduld voor. Behalve op de muren zit de verf inmiddels op de kozijnen, de deuren, het plafond en de vloer. En op mijn kleren, handen, gezicht en haar. Hoe dóe ik dat toch?
In eerste instantie zou ik maar één wandje schilderen, maar vanwege de vlekken van de muurvuller kwam daar al gauw een tweede bij. En dan ook maar dat kleine stukje van de derde wand, nu ik toch bezig ben. Verf roeren, schenken, rollen, bijwerken, wegvegen en weer van voren af aan beginnen. Gaap.
Toch maakt de verveling van het eentonige verven langzamerhand plaats voor nieuwe ideeën. Het blauw doet me denken aan De Kleine Zeemeermin en Finding Nemo en dat biedt natuurlijk nieuwe perspectieven. Nog even doorschilderen, daarna een paar middagen knutselen met de kinderen, dan is de gang af. Let op mijn woorden: binnen een paar weken groeien de vissen bij ons uit het plafond!