De reparatiemeneer

‘Maar u mag hier wel blijven slapen! We hebben twee extra bedden op zolder!’ Aan niets is te merken dat mijn dochter twintig minuten geleden nog als een bang vogeltje naast me liep, toen ik haar uit school haalde en erop voorbereidde dat er een meneer zou komen om de afwasmachine te repareren. ‘Wil je dan wel naast me zitten, mam? Want ik vind zo’n meneer best spannend, hoor!’

reparatiemeneer - creatief met taalToen mijn ouders ruim twintig jaar geleden een keuken kochten voor hun nieuwe huis, hoefde daar geen vaatwasser in. Hun argument? ‘We hebben drie kinderen.’ ‘En als we er stiekem toch één in doen, als verrassing voor uw vrouw?’ probeerde de verkoper destijds nog, toen mijn moeder naar het toilet was. ‘Is dat gratis dan?’ wilde mijn vader weten. Nee dus, en daarom mochten mijn broertje, zusje en ik jarenlang helpen met de vaat.

Inmiddels heb ik thuis al geruime tijd een afwasmachine en toen mijn ouders hun keuken enkele jaren geleden vernieuwden, kochten ze er ook één. Ze moesten wel, die drie kinderen zijn immers allang het huis uit.

Afwas - creatief met taalNu is onze vaatwasser dus kapot en staat er een monteur in de keuken. Ergens heeft het wel wat, om zelf weer af te wassen. In zekere zin is het best ontspannend en als je het samen doet levert het vaak leuke gesprekken op. Bovendien krijg ik van afwassen een soort vakantiegevoel, omdat de camping over het algemeen de enige plek is waar ik de vaat zonder machine doe. Ik mijmer wat af terwijl de monteur printplaatjes staat te solderen.

Dochterlief is haar aanvankelijke angst kwijt en vindt het reuze-interessant. ‘Is hij al gemaakt?’ vraagt ze om de paar minuten. ‘Kunt u hem eigenlijk wel maken?’ ‘Ik denk dat het papa’s schuld is. Misschien heeft hij wel een verkeerd knopje ingedrukt.’ ‘Kijk, ik heb een chocolaatje. Wilt u er ook één?’ ‘Heeft u altijd zulke kleren aan?’ ‘Alleen als u werkt? Oh. Op welke dagen werkt u dan?’ ‘Nou zeg, dat is ook toevallig! Ik moet precies dezelfde dagen naar school!’

Mijn dochter blijft de reparateur maar met vragen bestoken. Gelukkig gaat hij er vrij relaxed mee om, straks mag hij vast door naar een rustiger adres. ‘Bent u nog lang bezig? Wij gaan zo koekjes bakken en dan kunt u er ook één proeven.’ ‘Echt? Bent u dán al weg? Dat is niet gezellig!’ ‘Wat bent u nu aan het doen?’ ‘Weet u zeker dat het zo moet? Gaat het wel goed?’

printplaatje - creatief met taalNa ruim een halfuur sleutelen is onze afwasmachine gerepareerd. Ik ben blij, want ik heb besloten dat ik de zogenaamde romantiek van het afwassen liever bewaar voor de zomervakantie. Dochterlief is teleurgesteld. ‘Ik wil niet dat de reparatiemeneer weggaat! Hij kan toch gewoon blijven, voor als er weer iets stuk is?’ Ze zucht als ik de man bedank en hij wegloopt. Dan kijkt ze me verwachtingsvol aan. ‘Mam, hoop jij ook zo dat papa gauw weer op het verkeerde knopje drukt?’

 

3 reacties

Geef een reactie op Anoniem Reactie annuleren