‘Oooh… Ik moet echt kotsen!’ ‘Ik ontplof bijna!’ ‘Ik ga mijn moeder bellen om te vragen of ze me met een takelwagen kan komen ophalen.’ Aan de lange, inmiddels niet meer zo heel keurig gedekte tafel zitten éénentwintig lawaaiige pubers. En ik. Het idee van een klassenuitje is goed, maar ik voel me af en toe toch best ongemakkelijk.
Ik zie ze nog zo zitten, bijna twee jaar geleden, al die onzekere kinderen. Waren ze er net aan gewend op de basisschool de oudsten te zijn, konden ze hier in het voortgezet onderwijs weer onderaan beginnen. Het schuchtere is er bij de meesten al lang vanaf, mondige en enthousiaste pubers zijn het nu. De jongsten zijn ze ook niet meer. Sterker nog: ze zijn al halverwege hun opleiding!
In twee jaar maak je samen veel mee. Ik ben bij bijna iedereen op huisbezoek geweest. Ik heb veel leerlingen geholpen op moeilijke momenten, we hebben samen feestjes gevierd en ik ben ook ongenadig hard geweest voor hen die de regels aan hun laars lapten of er op een andere manier een potje van te maken.
Met lichte weemoed kijk ik toe hoe ‘mijn’ leerlingen hun borden volscheppen met patat, sushi en ijs. Hoe ze poffertjes en pindasaus naast zalm leggen. Hoe ze slush puppies drinken en onafgebroken selfies maken van hun blauwe tongen. Hoe ze lachen, grappen maken en op hun telefoons foto’s opzoeken van vorig jaar: ‘Kijk dan! Wat was ik lelijk in klas 1!’ Ik glimlach. Pubers zijn leuk.
Hoewel… Ineens zijn álle ogen op de mobieltjes gericht. Eén van de jongens heeft net een Fortnite-uitdaging aangenomen en in een filmpje is te zien hoe hij het water uit een bloemenvaasje drinkt. ‘Waarom?!’ vraag ik me hardop af, terwijl de meeste leerlingen dubbel liggen van het lachen. Ondertussen werken mijn hersenen op topsnelheid: moet ik hier iets mee? Heeft het zin om boos te worden? Nee, besluit ik al gauw. Vanavond heb ik vrij.
Als iedereen zo’n beetje uitgegeten en -gedronken is (twee meiden komen net terug van de wc; ‘We hebben geprobeerd over te geven, maar het lukte niet’), staan we op en gaan naar buiten. Een meisje geeft me een kaartje om me te bedanken, een jongen overhandigt me wat onhandig een grote doos Merci. ‘Eh… Deze zijn voor u,’ mompelt hij. Ik smelt.
Wat zou ik me ook druk maken om een beetje drukte en lawaai? Dit is nu eenmaal hoe ze zijn, mijn kinderen, en het is niet voor niets dat we een tafel achter in het restaurant gekregen hebben. Toch blijft het gek om ze na twee jaar weer uit te zwaaien. Anderzijds staat de volgende lichting alweer klaar, gisteren heb ik mijn nieuwe mentorklas ontmoet, alles gaat door. Straks eerst de rapporten maar uitdelen en vakantie vieren. Daar ben ik ook wel aan toe.
Berber, ontzettend leuk geschreven, ik moest hierbij wel even terugdenken aan jouw eigen pubertijd..
(WW). TOP zo met je leerlingen uit eten te gaan.
LikeGeliked door 1 persoon