Nog voor ik haar kan vragen hoe het op school was, vertelt mijn oudste dochter hoe leuk ze het daar heeft gehad. Ze straalt erbij van oor tot oor. Dit is ongekend! Het is natuurlijk ook niet niks: de eerste schooldag in groep 5.
Dan bedenkt ze zich iets. ‘Mam, jij zou toch op een andere plek op ons wachten dan bij deze uitgang?’ ‘Dat klopt,’ leg ik uit, ‘maar je zusje is een beetje ziek. Ik heb haar al eerder opgehaald.’
In een fractie van een seconde betrekt haar gezicht. De donderwolk die erop verschijnt, komt meteen tot uitbarsting. ‘Dat is niet eerlijk!’ brult ze. ‘Ik wil ook eerder naar huis!’
Dat haar beste vriendje met ons mee loopt om te komen spelen, belet haar er niet van haar jaloerse gal te spuwen. Dat ze het ontzettend naar haar zin heeft gehad op school evenmin. En dat haar zusje in de klas moest overgeven, vindt ze ook geen reden om eerder naar huis te mogen.

Thuis zet ze haar tirade voort, terwijl ze Rummikub en Carcassonne speelt met haar klasgenootje. Want hoewel ze het prima naar haar zin heeft, blijft het natuurlijk vreselijk oneerlijk dat haar zusje overdag met de iPad op de bank mag liggen.
In de loop van de avond gaat het beter. Hoewel de jongste niets gegeten heeft, komt ze niet erg ziek meer over. Ze krijgt dus geen voorkeursbehandeling meer en de jaloezie van de oudste neemt af. Wanneer haar zusje op eigen verzoek eerder naar bed gaat, verschijnt er zelfs een triomfantelijke glimlach op haar gezicht.
Toch blijkt die triomf maar van korte duur, want mijn jongste meisje kan niet slapen. Ze klaagt over buikpijn en vermoeidheid en krijgt het niet voor elkaar rustig te blijven liggen. Om de paar minuten hoor ik haar van boven roepen: ‘Mama! Mamaaa!’ Het leidt tot grote frustraties bij de oudste. ‘Hoe kan ik nou slapen als zíj steeds zo’n herrie ligt te maken!’ foetert ze.
Na veel te vaak voor niks de trap op gelopen te zijn, kies ik voor een laatste redmiddel. Zo voorzichtig als ik kan, til ik de jongste uit haar bed en leg haar onder mijn eigen lakens. Mijn mijn vinger op mijn lippen maak ik haar duidelijk dat ze stil moet zijn, om te voorkomen dat haar zus er weet van krijgt.
Mijn plan lukt deels. Binnen vijf minuten is de jongste onder naar dromenland vertrokken. De oudste heeft ons echter gehoord en ligt nu te mokken in bed. ‘Ik wil ook in jullie bed slapen,’ moppert ze. ‘Vandaag is níet eerlijk.’
Ik ga even bij haar zitten. ‘Lieverd,’ zeg ik, ‘als jij je niet lekker voelt, mag je toch ook in het grote bed?’ ‘Dat weet ik wel,’ zucht ze, ‘maar ik voel me bijna altíjd lekker. Ik hoop maar dat ik gauw weer eens ziek word.’
Toch ook wel weer lief, dat ze blijkbaar zelfs ziekte ervoor over heeft om bij jullie in bed te mogen kruipen…
LikeGeliked door 1 persoon
Dat is het precies, José! Enerzijds wil ik boos worden omdat ze niet meer rekening met haar zusje houdt, anderzijds heb ik juist enorm met haar te doen, omdat ze zo vast zit in zichzelf.
LikeGeliked door 1 persoon