‘Hallo! Met die-en-die van de Volkskrant!’ ‘Eh, ja, goedemiddag,’ antwoord ik. ‘Ik zag dat ik door dit nummer was gebeld, dus bel ik even terug.’ Maar misschien had ik het nummer toch eerst moeten googelen, denk ik erachteraan.
‘Ach, wat fijn dat ik u even spreek!’ klinkt het enthousiast. ‘Mevrouw Bouma, is het toch? Komt het uit dat ik u bel?’ ‘Ja, anders had ik natuurlijk niet teruggebeld,’ zeg ik, terwijl ik me afvraag waarom ze het blijven proberen. Ik heb al een abonnement op de krant, dus veel meer kunnen ze me toch niet aansmeren?
‘Misschien heeft u al gehoord dat wij van DPG-Media de magazines van Sanoma hebben overgenomen? En als trouwe lezer van de Volkskrant mag ik u daarom een mooi aanbod doen!’ Ah, dát is dus het plan, een tijdschriftenabonnement!
‘Sorry,’ zeg ik, ‘ik ben bang dat je weinig aan me kwijt kunt. Op Volkskrant Magazine na lees ik geen tijdschriften.’ Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. Dan herneemt mijn gesprekspartner zich. ‘Maar u leest toch wel af en toe een magazine?’ ‘Nee, eigenlijk niet. Ik lees liever de krant, of een boek.’ ‘Een boek,’ papegaait hij. ‘Dat kan natuurlijk ook. En wat leest u dan, als ik vragen mag?’ ‘Vooral literatuur.’ ‘Literatúúr?’
Ik heb geen idee hoe die-en-die van de Volkskrant eruit ziet, maar ik zie wel voor me hoe zijn ogen bijna uit hun kassen rollen. Opnieuw herpakt hij zich. ‘Maar stelt u zich nou eens voor, mevrouw Bouma,’ probeert hij me te verleiden, ‘dat ik u meeneem naar de Bruna en dat u daar op míjn kosten een tijdschrift mag kiezen. Waar zou u dan voor gaan?’
Ik heb werkelijk geen idee, dus gooit hij het over een andere boeg. ‘U moet vast wel eens wachten, bij de kapper of zo. Daar liggen ook altijd magazines. Wat kiest u dan?’ ‘Tja, dan blader ik vaak wel even,’ beken ik. ‘En dan ben ik vooral heel blij dat ik niet het hele tijdschrift hoef te lezen.’
Er klinkt een korte lach door de telefoon en ik vraag mij af welke verleidingstechnieken die-en-die nog meer in de strijd zal gooien. ‘Hm. Misschien heeft u gelijk,’ zegt hij echter. ‘Misschien kan ik echt niks aan u kwijt.’
Na een paar gemeenplaatsen en een praatje over het bel-me-niet-register hangen we op. Dan pas bedenk ik me wat ik hém allemaal had moeten vragen. Of hij de krant ook leest, wat voor boeken zijn interesse hebben en welk tijdschrift hij me zou aanraden. Maar ja, daar is het nu te laat voor. Hoewel… ik héb zijn nummer natuurlijk nog…
Doen, gewoon bellen ! Ik ben nu natuurlijk ook heel benieuwd 🙂
LikeGeliked door 1 persoon