Wanneer ik de behandelkamer binnenkom, zegt de doktersassistente vriendelijk dat ik de deur wel achter me op slot mag doen. Dat is natuurlijk voor mijn eigen gevoel van veiligheid en vertrouwen, maar het is ook een beetje vreemd. Het voelt sowieso enigszins ongemakkelijk om hier te zijn, maar dat zal wel voor de meeste vrouwen gelden.
Het is goed dat er een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is. Mocht het mis zijn, dan kun je er maar beter op tijd bij zijn. Toch geloof ik niet dat er ook maar íemand is die graag naar de huisarts gaat voor een uitstrijkje. Vanmorgen maakte ik de afspraak en hoewel ik mijn best deed hem te vergeten tot het tijd was op de fiets te stappen, bleef hij sluimerend aanwezig in mijn hoofd.
Nu zit ik dus in de behandelkamer. Terwijl de assistente het speculum alvast opwarmt onder de kraan, vraagt ze mij me ‘van onderen’ uit te kleden. Ik trek mijn schoenen uit en leg mijn legging en slip op de stoel. Een tikkeltje onwennig kijk ik de ruimte rond. Ik weet wel dat het voor haar ook maar gewoon werk is, dat ze genoeg vrouwen ziet, maar tóch. Het blijft raar om daar wijdbeens onder de lamp te liggen.
Gelukkig is het uitstrijkje snel gemaakt en kan ik me al gauw weer aankleden. Ik trek mijn jas aan en de assistente ruimt de gebruikte instrumenten op. ‘Nou, dankjewel,’ zeg ik, als we weer tegenover elkaar staan. ‘Eh, ja. Graag gedaan,’ zegt zij. Tegelijkertijd schieten we in de lach. Want we kunnen wel heel hard ons best doen om alles normaal te vinden, léúk is toch altijd anders.
Smash
LikeLike
Misschien vind ik dát nog wel het grootste ongemak: wat zeg je tegen iemand die tussen je benen ligt te wroeten ?
LikeGeliked door 1 persoon