Watje

Voetje voor voetje schuifelen mijn meiden over de dubbele balken die over het water liggen. Door deze uitdaging zijn ze alle zere benen, jeukende enkels en andere klachten in één keer vergeten. Dit is niet alleen spannend, maar vooral ook heel erg leuk!

Natuurlijk stonden ze niet te jubelen toen ik aankondigde dat we naar het bos zouden gaan. Vanuit het perspectief van de meisjes zijn bomen groen en saai. Een heleboel daarvan bij elkaar vormen dan ook geen enkele garantie voor een fijne middag.

Als we het parkeerterrein van het Belevenissenbos opdraaien, gaan er echter lampjes branden. ‘Hier zijn we eerder geweest!’ ‘Dit bos was wél leuk!’ Ik glimlach naar ze in de achteruitkijkspiegel. Hoewel mijn dochters niet de grootste durfals zijn, ben ik op alles voorbereid. Ze hebben laarzen aan en er liggen extra kleren in de kofferbak. We kunnen los!

De dubbele balken trotseren de meiden keer op keer met steeds meer zelfvertrouwen, dus na een poosje zijn ook de enkele aan de beurt. ‘Ik durf niet!’ zegt de oudste na twee stapjes. ‘Maar ik wil wel,’ vervolgt ze als achteruit gestapt is. De twijfel duurt een poosje, ook bij de jongste, maar dan gaan ze toch. Voorzichtig, maar wél. Juichend staan ze aan de overkant. ‘Nu jij, mama!’

Ik hoopte nog dat ik weg zou komen met toekijken, applaudisseren en foto’s maken, maar het lijkt erop dat ik er toch aan moet geloven. En dan blijkt ineens dat ik niet meer zo stoer ben als ik wilde. Want die balk mag dan enigszins afgeplat zijn, hij is wel érg smal en het water eronder ook wel érg nat. Aan de meiden heb ik gedacht, maar voor mezelf heb ik geen droge kleren mee.

Voorzichtig zet ik mijn ene voet op de balk, maar als ik voel hoe mijn hart tekeer gaat, haal ik hem er ook meteen weer af. Waar begin ik aan? Dit hóeft toch niet? Maar mijn meisjes hebben het gedaan, meerdere keren zelfs, dus kan ik toch niet achterblijven? Mijn ademhaling gaat belachelijk snel wanneer ik mijn voet weer op de balk plaats. De eerste stapjes zijn klein en voorzichtig, de laatste juist groot en vlug, zodat ik er maar zo gauw mogelijk vanaf ben. De meiden juichen me toe en ik ben blij dat ik zonder gezichtsverlies te lijden verder kan.

Er volgen nog veel meer obstakels, waaronder planken, balken, bomen en de meest uiteenlopende soorten touwbruggen. Niet alleen zíj durven meer dan ik had gedacht, ik ook. Toch voel ik mijn hart vaker kloppen dan me lief is. Ik wist niet dat ik zo’n watje was.

Aan het eind van de route volgt de mooiste uitdaging: een klimrek dat midden in het water staat. Hier móet je wel nat worden! Enthousiast trekken de meiden hun laarzen en sokken uit en klauteren omhoog. ‘Kom mam, jij ook!’ roepen ze. Ik lach. Sommige dingen dúrf ik wel, maar wíl ik niet. Met liefde pas ik op de laarzen en haal ik de droge kleren uit de auto. Dat is ook belangrijk.

3 reacties

  1. Mam, je bent geen watje!!
    Jij kan namelijk goed: eten koken, was opvouwen, moeder zijn, streng zijn, lief zijn en niet te vergeten Verhaaltjes schrijven!!!!!

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie