Vroeger, of misschien beter gezegd: tot enkele jaren geleden, kreeg ik geregeld te horen dat ik niet altijd het laatste woord moest willen hebben en dat ik niet overal een weerwoord op moest geven. Dat vond ik altijd stom en het begrip weerwoord had dan ook een behoorlijk negatieve betekenis voor me. Sinds een week weet ik dat er ook een ánder weerwoord bestaat: een woord over het weer. 

Sinds 2012 blijken er begrippen gekozen te zijn tot ‘weerwoord van het jaar’. Het begon met plaknacht, daarna volgden wolkenwak en knijpzonnetje. Nu is jojozomer daaraan toegevoegd. Moniek Wulms van MeteoGroup legt het begrip op weer.nl uit als ‘een zomer als die van 2015, waarin we van alles hebben gehad. Extreme droogte, een hittegolf, vorst aan de grond in juli en marathonbuien in augustus.’

‘…en marathonbuien in augustus.‘ Geen enkel woordenboek geeft aan wat een marathonbui is en dat is logisch, want ook dat is een nieuw weerwoord. Het heeft de top elf -min of meer helaas- echter niet gehaald. Toch wordt het door creatieve meteorologen al gebruikt om het even onbekende begrip jojozomer te verklaren. De jojozomer heeft het overigens gewonnen van ‘concurrenten’ als ijsfile, Formule 1-buien en borstenwolken. 

Het is inmiddels gewoon dat er kort voor Kerst en oud en nieuw lijstjes worden opgesteld. Woord van het jaar, politicus van het jaar, speelgoed van het jaar, coach van het jaar. Ik was de lijstjes al moe, maar begin nu echt oververmoeid te raken. Ik weet nu dat ik niet altijd een weerwoord moet geven, maar in dit geval kan ik niet anders. Want wanneer woorden als recordweer, piekbui en tussenjasje de beste weerwoorden zijn, kunnen we maar beter stoppen met de verkiezing voor er een échte traditie uit voortkomt.