‘Bounce, bounce, slide, stap bij en draai!’ Het is nog geen tien uur ’s ochtends en het zweet loopt me al van de rug. Ik sta op mijn sandalen en in een zomerjurkje tussen dertig pubers in de aula van school te tappen, te kicken en met mijn heupen te draaien. En stoer te kijken, want dat hoort natuurlijk bij een workshop hiphopdansen. Dit is leuk!
Of ik vroeger ook enthousiast was geworden van zo’n cultuurdag betwijfel ik. Ik was een behoorlijk recalcitrante puber. Ik plaatste mezelf graag op de voorgrond, maar dan wel op míjn manier en daar hoorde dansen beslist niet bij. Wat dat betreft kan ik zelfs enig begrip opbrengen voor de twee mentorleerlingen die er stiekem tussenuit proberen te knijpen. Anderzijds: ze hóeven niet te dansen, er zijn genoeg andere workshops om uit te kiezen.
Charel, die de hiphoples verzorgt, heeft alle leerlingen vanaf het eerste moment voor zich gewonnen. Ze doen allemaal mee met de warming-up, ook de jongens van wie ik eerst dacht dat ik ze extra in de gaten zou moeten houden. Oké, ze stompen en duwen wat en geven elkaar net iets meer kicks dan strikt noodzakelijk. Het blijven toch pubers.
Wanneer we in een grote kring staan en om de beurt naar het midden moeten om onze ‘eigen beweging’ te laten zien, blijken sommigen echt goed. Een paar meiden laten ingewikkelde moves zien die ze ongetwijfeld op street-, hiphop- of andere dansles hebben geleerd. Ze schudden met hun borsten en billen alsof ze nooit anders doen. Oef. Ik hád om mijn veertiende nog helemaal geen borsten!
Ook de jongens gaan helemaal los. De Harlem Shake van enkele jaren terug is er niets bij. Bijna iedereen heeft in het midden van de kring gedanst als een van de leerlingen ineens roept dat Bouma nog moet. Oh ja, dat had ik kunnen weten. Een béétje meedoen kan niet, het is alles of niets. Nogal onzeker schuifel ik naar voren. Alle bewegingen die in me opkomen voelen bij voorbaat al stom en ik weet zelfs niet meer hoe ik in de maat van de muziek moet blijven.
Stuntelig dans ik een paar pasjes die ik vroeger op de sportschool heb geleerd. De leerlingen klappen en joelen. Ik doe mijn best om te geloven dat ze het goed bedoelen en dat ze me slechts toelachen, maar dat is best lastig. De stoere blik die bij hiphop hoort, is eveneens ver te zoeken.
Het is maar goed dat ik nooit ambities in de danswereld heb gekoesterd, want die zouden toch niet uitkomen. Straks ga ik wel begeleiden bij een andere workshop en vanmiddag kom ik terug voor de eindpresentaties. Die kan ik dan lekker veilig bekijken, buiten de spotlight, vanuit het publiek.