‘Ik mag ook nooit wat leuks, ik vind jullie niet meer lief!’ Mijn oudste dochter staat te stampvoeten van woede. Alles gaat anders dan zij het in haar hoofd heeft en dat kan ze niet verkroppen. Tranen lopen over haar wangen en ze kijkt me woest aan. ‘Ik wil mijn pop. Waar is mijn pop?’
De kleine ruimte waarin we ons bevinden biedt geen uitweg of verstopplek, ze kan niet anders dan dicht bij me blijven, hoewel dat op dit moment waarschijnlijk het laatste is wat ze wil. Haar zusje begint ondertussen te jengelen dat ze het koud heeft en kleren aan wil. Ik gebaar dat ze éven moet wachten.
‘Jullie zeggen thuis altijd dat ik de deur achter me dicht moet doen. Nu doe ik het en mag het niet,’ gaat de oudste door. ‘Wat willen jullie dán?’ Mijn man komt binnen met een tas schone kleding en zijn armen vol jassen en schoenen. ‘We moesten toch op papa wachten?’ leg ik uit. ‘Nú mag je de deur op slot doen.’
De meisjes staan te rillen. Ze hebben het koud, zijn overprikkeld en hartstikke moe. Mijn man en ik drogen ze af en helpen ze in hun kleren. Natuurlijk stapt mijn dochter met haar schone sokken in een plasje water. Ze zet het op een brullen. ‘Ik wil nieuwe sokken!’ Als verderop nog een kind begint te huilen, wordt ze daar boos om. ‘Kan die baby niet gewoon stil zijn? Ik wil dat stomme gehuil niet horen!’
Ik heb echt geprobeerd mijn geduld te bewaren, maar nu is het op. ‘Ik had gezegd dat jullie straks chips mochten als jullie zouden meewerken met afdrogen en aankleden, maar dat gaat dus niet door.’ Zoals verwacht zet dochterlief een nog grotere keel op. ‘Dat is niet eerlijk! Om drie uur hebben we ook al niks gehad en nu mag ik nog steeds niet eten. Ik houd niet meer van jou!’
Voor de volledigheid: we staan in een gezinskleedhokje bij het zwembad. We hebben net twee uur lang geplonsd, gespetterd en gelachen. Om drie uur, het vaste eet- en drinkmoment, waren mijn meisje en ik apetrots omdat ze zonder diploma, maar met zwembandjes, van de glijbaan durfde. Ze ging zelfs zonder sputteren een paar keer kopje-onder en de gedachte aan eten kwam niet eens bij ons op. Ze genoot met volle teugen, maar nu is ze leeg. ‘Ik vind het niet leuk meer, mam! Dit is echt de stomste dag van mijn leven!’ We gaan gauw naar huis, gauw naar pop.