‘Ja, wat is daarmee?’ vraagt onze oudste als ik haar op een enorm grote, traag voorbijzwemmende zeeschildpad wijs. ‘Nou, dit is een dierentuin,’ leg ik uit. ‘Misschien is het de bedoeling dat je af en toe een beetje om je heen kijkt.’ ‘Nee hoor,’ antwoordt ze gevat. ‘Dit is geen dierentuin, dit is Wildlands!’
Toen ik enige tijd terug hoorde dat dat de bestemming van haar schoolreisje was, hield ik mijn hart vast. De combinatie dochter en dierentuin pakt immers vaker fout uit dan goed. Dochterlief kwam echter wild enthousiast terug. ‘Ze hebben daar bootjes, mam! Een 3D-film met echte wind en een heel grote speeltuin. Wanneer gaan wij daar naar toe?’
Vandaag dus. Met zijn vieren. ‘Hoi, stomme ijsberen!’ groet ze met een chagrijnige blik. ‘Dag, stomme pinguïns!’ Onze jongste heeft wel belangstelling voor de dieren. Ze vindt de zeehonden lief en wil weten of er ook olifanten zijn. Haar zus daarentegen neemt nog niet eens de moeite om te doen alsof. ‘Wanneer gaan we nou eindelijk naar de speeltuin?’
Onderweg naar dat klim- en klauterparadijs komen we langs verschillende dierenverblijven, waar de jongste graag even blijft kijken. ‘Kom nou!’ zeurt haar zus. ‘Ik wil die kangoeroes niet zien!’ Mijn man en ik zijn dan ook verrast wanneer ze ineens stilstaat en uitroept dat ze óók een prairiehondje wil zijn. ‘Oh? Waarom dan?’ vraag ik. ‘Zij mogen wél de hele dag klimmen!’
Als we Animaza bereikt hebben, de grote overdekte speeltuin, nestel ik me met mijn schrijfboekje en een zoveelste kop koffie op een stoel, zodat de kinderen een vaste basis hebben om op terug te vallen. Mijn man gaat in zijn eentje naar Serenga, om neushoorns, giraffes en leeuwen te bekijken.
Misschien ben ik ouderwets, maar in deze gelikt vormgegeven en perfect uitgedachte omgeving mis ik de kneuterigheid van het Noorder Dierenpark. Daar sprongen de zeeleeuwen met zo’n plons in het water dat iedereen nat werd en fietsten kinderen eindeloos rondjes op de draaimolentjes. Daar zwierf je door het park van de ene diersoort naar de andere en liep je huiverend langs de krokodillen. De verblijven die ik hier zie, zijn zo opzichtig oud gemáákt, dat er geen ruimte meer is voor nostalgie.
‘Kijk,’ legt dochterlief even later uit, als we een boottocht maken door Jungola. ‘Eigenlijk zijn dit geen echte bootjes, ze drijven gewoon langs de route die daar al in het water ligt.’ Mooi is dat; zelfs voor haar heeft deze jungle al geen geheimen meer.
Wanneer we de meiden kort daarop allebei huilend in een klimrek vinden, weten we dat we hier al te lang zijn. Onze jongste mag bij mijn man op de schouders, maar ik vind de oudste te zwaar voor de mijne, wat zij natuurlijk stom vindt. Langzaam lopen we naar de uitgang, terwijl zij aan mijn hand afwisselend jengelt, zeurt en grient. Gelukkig is dit Wildlands, bedenk ik me, want als het een dierentuin was, was het vast nog veel erger geweest.
Mag ik heel eerlijk bekennen dat ik met wel kan vinden in de gedachtegang van je oudste ? Tot op zekere hoogte dan. Ik vind sommige dieren best leuk, maar in mijn beleving was de speeltuin toch altijd wel het hoogtepunt..
LikeGeliked door 1 persoon