De beste manier om kinderen uit te leggen hoe een sluis werkt, is door er één in werking te zien. Vanuit de auto wijzend naar buiten hebben we de theorie al uit de doeken gedaan, maar dat leidde tot weinig inzicht. Nu staan we dus met zijn vieren te kijken hoe de sluiswachter aan wieltjes draait, tegen deuren duwt en aan haken trekt.
De vaart bij Appelscha, met al haar sluizen, blijkt voor mijn man en mij een bron van herinneringen. Zijn vader is aan die vaart geboren en zijn pake en beppe zijn nog jarenlang op diezelfde plek blijven wonen. Hoe vaak is hij er samen met zijn broer niet te logeren geweest? We rijden een rondje; het huis staat er nog precies zo bij als vroeger.
Mijn opa en oma woonden ook aan het water, maar dan in Bovensmilde, iets verderop. Mijn broertje, zusje en ik zaten in de woonkamer achterstevoren op onze knieën op de bank om de boten te tellen die voorbij voeren over de Drentsche Hoofdvaart. ’s Winters, als het goed gevroren had, konden we tussen de bruggen schaatsen. Niet eronder, daar was het ijs nooit dik genoeg.
Op de terugweg zeurden we vaak bij onze ouders om de route langs Appelscha te nemen, langs de sluizen, zoals wij het noemden. Toen ik klein was vond ik ze al interessant om te zien en het blíjft fascinerend, met dat enorme verschil tussen hoog en laag water. Dat deze sluis handmatig wordt bediend, maakt het alleen maar mooier. Het beroep van sluiswachter bestaat gewoon nog!
Samen met de meiden kijk ik toe hoe hij druk in de weer is: wielen draaien, deuren sluiten, schuiven dichtzetten en andere openen om het waterpeil te laten zakken. ‘De boot zinkt! De boot zinkt!’ roepen ze luid. ‘Ja,’ lacht de sluiswachter, ‘maar dat is nu juist de bedoeling, anders kunnen die mensen straks immers niet verder varen.’
Mijn man staat intussen te praten met de bewoner van het voormalige sluiswachtershuis. Hij weet te vertellen dat er nog wekelijks mensen letterlijk tussen wal en schip raken. ‘Meestal zijn dat de vrouwen, want de mannen staan bijna altijd veilig aan het roer.’
Mooi is dat. Voor de zekerheid vragen we de meiden toch maar een stapje naar achteren te doen, ik wil er niet aan denken ze straks uit dat kolkende en bruisende water te moeten vissen. Zo ver laten zij het gelukkig ook niet komen. Terwijl mijn man en ik nog overlopen van verhalen en herinneringen, zijn zij er klaar mee. ‘Nu weten we wel hoe het hier werkt, hoor. Gaan we weer weg?’
Ah, sluizen….Jeugdherinneringen. Er was er ook eentje vlakbij ons huis, vroeger; ik geloof niet dat die zozeer voor scheepvaart werd gebruikt, maar het was mij een heerlijke tiener-hangplek…
LikeGeliked door 1 persoon