Mijn haren waaien telkens voor mijn ogen, keer op keer strijk ik ze uit mijn gezicht. De wind wappert en kleppert zo hard dat het pijn doet aan mijn oren. Zowel tegemoetkomend als inhalend verkeer raast met veel kabaal voorbij. Tussen alle herrie door hoor ik af en toe flarden muziek of geklets van de presentator op de radio. Deze autorit is een nachtmerrie voor mijn zintuigen.
’s Zomers houd ik er al niet van om met de ramen open te rijden, vanwege alle geuren, geluiden, gewapper en gewaai, dus in de herfst wil ik dat zéker niet. Waarom ik het dan toch doe? De reden is even simpel als stom: omdat het raam niet meer dicht wil.
Toen ik het een uur geleden opende om een parkeerkaartje te pakken, maakte het al zo’n vreemd geluid, alsof het vastliep. Als het speelgoed van de kinderen zulk geluid maakt, vind ik dat meestal niet zo erg; kapot speelgoed scheelt een boel lawaai in huis. Nu het om een defect raampje gaat, voel ik me er ineens minder tevreden over.
Windkracht zeven is lekker aan het strand, maar als het in de auto zo hard waait, is het leuke er gauw vanaf. Het constante geklepper is stomvervelend. Mijn linkeroor wordt gek van de voortdurende herrie, terwijl aan de rechterkant een zeurende hoofdpijn opkomt. Had ik toch een andere route moeten nemen? Maakt het op wapperniveau veel verschil of je 80 of 100 rijdt?
Wanneer ik bijna thuis ben, bedenk ik me dat ik de meiden straks nog van de opvang moet halen. Plotseling staat die keer dat ik met de oudste boodschappen deed me weer helder voor de geest: toen ik de achterklep wilde openen om de tassen in de auto te zetten, bleef de deur dicht. Wat ik ook deed, ik kreeg hem niet open. Op zich geen probleem, we konden de boodschappen immers best op de achterbank zetten. Voor die klep zouden we later wel een oplossing vinden.
Dochterlief dacht daar anders over. Zij ging volledig door het lint: ze stampvoette, huilde, brulde en krijste. Hoewel ik alles deed wat ik kon en haar zo rustig mogelijk uitlegde dat het écht niet erg was, kon ik haar niet overtuigen. Totaal overstuur reed ze uiteindelijk met me mee naar huis. De paar andere keren dat we autopech hadden, ging het niet veel beter. Straks moet ik de meiden dus met kapot, open raam mee naar huis nemen. Hoe dan?
Met knallende hoofdpijn rijd ik naar de buitenschoolse opvang. Onderweg doe ik nog gauw een schietgebedje: laat het alsjeblieft droog blijven! Als ik de meiden even later voorzichtig vertel dat er één raampje het niet doet, reageren ze echter bijzonder enthousiast. ‘Hoe kan dat dan?’ ‘Mogen we het zien?’ ‘Hoe ga je dat maken, mam?’ Geen tranen, protest, enkel nieuwsgierigheid. ‘Kún je dat eigenlijk wel maken? Of moeten we nu een nieuwe auto kopen?’
Zonder morren stappen ze in en kletsend en klepperend rijden we naar huis. Het is zelfs zo gezellig dat ik mijn hoofdpijn bijna vergeet. Bíjna, want twee dochters die je de oren van de kop kletsen, zijn dan wel heel vermakelijk, echt veel rust of tijd om bij te komen geven ze je niet.
Wat bijzonder, dat ze dan zo anders reageren dan je verwacht. Wel fijn, overigens, het lijkt me al rampzalig genoeg, zoveel herrie aan je kop…. Heb je eigenlijk nog een nieuwe auto moeten kopen, of viel het mee ? 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Voor nog geen €180 hebben ze er bij de garage een nieuw mechaniek in gezet – het raampje kan weer open én dicht. Desalniettemin zijn we wel op zoek naar een andere auto, dus meer kosten volgen op korte termijn.
LikeLike