Ruimte

‘Goedemorgen!’ groet ik mijn collega, terwijl ik mijn koffie neerzet en ga zitten. ‘Hoe gaat het met je?’ Ze antwoordt opgeruimd: ‘Primaatjes.’ Met een ontspannen blik kijkt ze op van haar laptop. Primaatjes. Als je dat zó relaxed kunt zeggen, moet het wel goed met je gaan, stel ik een tikkeltje jaloers vast.

Toegegeven: mijn gedachten springen ook meteen van prímaatjes naar primáátjes, wat toch voor enige verwarring zorgt. Primáátjes? Waarom heeft ze het ineens over half-aapjes? Daar vroeg ik toch helemaal niets over? Gelukkig herpakt mijn hoofd zich gauw – terug naar prímaatjes, met de klemtoon op de eerste lettergreep.

Water‘En hoe is het met jou?’ is haar voorspelbare wedervraag. Tja. Ik zou graag haar opgeruimde primaatjes herhalen, maar ik kan niet liegen. Evenmin heb ik zin om te vervallen in geklaag en te vertellen hoeveel moeite het me vanmorgen kostte op te staan, me aan te kleden en mezelf naar school te slepen. Ik heb geen zin te zeggen dat ik de laatste tijd echt niet lekker in mijn vel zit en dat ik soms maar zit te wachten tot de dag voorbij is. Daarom grijp ik naar mijn favoriete eufemisme als ik haar vraag beantwoord: ‘Ach, ik heb ruimte voor verbetering.’

Natuurlijk weet ik wel dat ieder ander, zoals in dit geval mijn collega, dan donders goed begrijpt dat het helemaal niet goed gaat. Het voordeel van zo’n stijlfiguur is echter dat de meesten daarna niet verder vragen en dat ik dus niet verder hoef te vertellen.

’t Is net als met het ‘Alles goed?’ dat jaren geleden opkwam. Ik schrijf het met een vraagteken, maar de meeste mensen spreken dat leesteken helemaal niet uit. ‘Alles goed’ is een gemeenplaats geworden, een vrijwel betekenisloze groet. Je kunt hem beantwoorden met ‘Ja’, maar ‘Alles goed’ terugzeggen is net zo geaccepteerd.

Het enige juiste antwoord op ‘Alles goed?’ mag je alleen niet geven. ‘Nee’ valt buiten de lijn der verwachting. Mensen reageren verstoord wanneer je ‘Nee’ zegt, het is niet wat zij willen horen. Desalniettemin heb ik het geregeld gezegd, zelfs wanneer het behoorlijk goed met me ging, maar álles is nooit goed. Alles is te veel om goed te gaan. Zelfs wanneer je best tevreden bent met een situatie, zijn er altijd dingen die beter kunnen. Niet álles is goed.

Ruimte

Wat wel kan, is ‘Het kon beter’ of het omgekeerde equivalent: ‘Het kon minder’. Simpele woorden waarmee je gemakkelijk om de kern heen kunt draaien. Verzachtende en relativerende woorden zijn het. Dat moet af en toe ook wel, want ondanks mijn burn-out, late autismediagnose en bij tijden pittige gezinssituatie, kan het altijd minder. Ik heb tenslotte mijn man, ouders en vrienden die me helpen. Ik heb een baan en een huis, genoeg geld om te leven, tijd om te sporten en toegang tot gezondheidszorg. Ik heb zo veel, dat je je bijna af zou vragen hoe het toch mogelijk is dat het zo vaak níet goed met me gaat.

Het zou mooi zijn als ik voortaan kon antwoorden dat het primaatjes gaat, dat zou immers betekenen dat ik mijn leven weer netjes op orde had. Je hoeft echter geen ster in psychologie te zijn om te weten dat dat er voorlopig niet in zit. Anderzijds heb ik wel een voordeel ten opzichte van mensen die beweren dat alles goed en primaatjes is: zij hebben de top al bijna bereikt, ik heb nog veel meer perspectief en ruimte voor verbetering dan zij.

Eén reactie

  1. Mooie afsluiting, die wil ik onthouden !
    Je mag mijn eufemisme ook wel gebruiken, mocht je toch afwisseling willen – wanneer mensen vragen hoe het gaat, is “zijn gangetje” ook een fijne nietszeggende dooddoener… 😉

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s