De jaszakken van onze jongste dochter zijn schatkamers. Het is dan ook elke keer een feestje om ze leeg te halen wanneer zij klaagt dat haar jas te zwaar wordt, want je vindt van alles: bierdopjes, dennenappels, knikkers, kastanjes, steentjes en touwtjes. Als ik vraag waarom ze zoveel verzamelt, is het antwoord simpel: ‘Voor het geval dat.’
In haar favoriete televisieserie, Pieter Konijn, zit een meisje dat zichzelf en haar vrienden uit de meest benarde situaties redt met alle spulletjes die ze ‘voor het geval dat’ in haar jurk bewaart. Eigenlijk is het best slim van onze jongste dat ze dat argument heeft overgenomen. Nu heeft haar jaszakverzameling een functie en hebben wij geen reden meer om de vondsten weg te gooien – stel je voor dat ze ineens iets nodig heeft?
Hoewel ik vertederd lach om de inhoud van de zakken van onze dochter, moet ik toegeven dat ik niet anders ben. Als ik bij de supermarkt een winkelwagenmuntje zoek, stuit ik in mijn jaszakken op haarspeldjes, kleingeld, boodschappenlijstjes, sleutels, lippenbalsem, pennen en kassabonnen. Met geluk vind ik een muntje dat in de wagen past, meestal moet ik naar de balie om een nieuw te vragen.
Op mijn werk is het niet anders. Lesgeven en toetsen afnemen doe je tegenwoordig op de computer, dus heb je in principe genoeg aan een laptop, printpas en pen. Toch ligt mijn etui elke les weer op tafel, uitpuilend van de pennen, potloden en stiften. Daarnaast gum, al jaren niet meer gebruikte usb-sticks, paperclips en tot mijn grote verrassing een muntje van een concertzaal. Want stel nou toch dat ik tijdens het lesgeven plotseling een optreden wil bezoeken? Alles voor het geval dat.
Soms is het voor-het-geval-dat-principe echt handig. Voor die enkele keer dat ik in de sporthal flyers of andere dingen wil ophangen, heb ik altijd touw, punaises en plakband bij me. Ook een teamgenoot die haar haarelastiekjes is vergeten of onverwacht ongesteld wordt, kan ik altijd uit de brand helpen met de spullen die in mijn sporttas zitten.
De meeste dingen sleep ik echter voor niks met me mee, vooral omdat ik vaak geen idee heb wat ik nou eigenlijk bij me heb. Ik stop dingen in mijn tas, etui of jas omdat ik ze later nodig heb. Misschien. Tot blijkt dat ik zó veel mandarijntjes in mijn rugzak hebt gedaan dat de oudste groen en wit uitslaan. Dan zijn het er dus een paar te veel.
Toch spant mijn dochter de kroon. Onlangs kwam ze van de buitenschoolse opvang met een enorme hoeveelheid speelgoed voor de hamster. Zelf geknutseld. ‘Maar we hebben toch helemaal geen hamster?’ vroeg ik. ‘Nee,’ zei zij daarop. ‘Dit is voor het geval dat.’
Heerlijk, hier heb ik echt hardop om zitten lachen..
LikeGeliked door 1 persoon