Ssssst!

‘Eén, twee, drie – NU!’ telt de jongste. ‘Oh nee, toch niet,’ zegt ze dan, ‘want ik heb nog een vraag: mag je wel hoesten?’ Samen met haar zus doet ze een wedstrijdje wie het langst stil kan zijn. Het duurt echter vooral lang voor ze beginnen, want eerst moeten de regels worden vastgesteld.

Avondeten is hier nogal een dingetje. De meiden lusten bijna niets en als er één toch iets lekker vindt, vindt de ander dat jakkes-smerig-vies-blegh. Vaardigheden als ‘met bestek eten’ en ‘aan tafel blijven zitten’ instrueren en oefenen we dagelijks, maar we boeken bijzonder weinig vooruitgang.

Vanavond eten we met zijn drieën. De meiden knoeien en treuzelen, kletsen en klieren – er lijkt geen einde aan te komen. Na een serie boeren, gevolgd door een reeks poep-en-plasgrappen, ben ik het helemaal zat. ‘En nu zijn jullie stil!’ roep ik, terwijl ik met mijn platte hand op tafel sla.

Ik had verwacht dat de kinderen zouden schrikken en met bedremmelde gezichtjes verder zouden eten, maar het tegenovergestelde blijkt waar. Enthousiast veren ze op. ‘Ja! Laten we doen wie het langst stil is!’

Als zo’n wedstrijd zou betekenen dat ze vanaf dat moment stil zijn en op hun plaats blijven zitten, zou ik ze stimuleren er elke avond één te houden. Zo makkelijk gaat het echter niet, want ze moeten eerst bepalen wat allemaal niet mag. En, nog veel belangrijker: wat wel.

‘Mag je niezen? Lachen? Zuchten? Gapen?’ willen ze van elkaar weten. ‘En wat doe je als je toch wat zeggen wilt? Mag je dan je vinger opsteken?’ ‘Wanneer beginnen we eigenlijk? En wanneer is de wedstrijd afgelopen? Kun je ook een prijs winnen?’

Ze ratelen aan één stuk door, van stilte is beslist nog geen sprake. Als ze dan toch even stilvallen, kijk ik verbaasd op van mijn bord. ‘We zijn nog niet echt begonnen, hoor,’ legt de oudste uit. ‘Nu oefenen we, straks start de wedstrijd pas.’

Ik moet toegeven dat die oefening me best bevalt. Niet dat het getik van mijn mes en vork zo aantrekkelijk klinkt, maar het is een aangename afwisseling na al het zuchten, steunen en kreunen.

‘Drie, twee, één – GO!’ klinkt het dan. Glimlachend neem ik mijn laatste hap. Ik geniet van de stilte terwijl ik mijn bestek zachtjes op mijn bord leg. Voor de meiden blijkt die handeling helaas een andere betekenis te hebben dan voor mij.

‘Yes!’ roepen ze verheugd. ‘Mama is uitgegeten, de wedstrijd is afgelopen. Gelukkig, we mogen eindelijk weer praten!’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s