Vanaf een badlaken zie ik hoe mijn meiden grachten graven en kastelen bouwen van zand. Bij iedere boot die langskomt rennen ze een eindje de rivier in en wachten enthousiast op de boeggolven die seconden later volgen. Het plezier spat er vanaf en ik geniet vol liefde met ze mee.
Hoe anders was dat een uur geleden, toen mijn oudste meisje nog huilend wegkroop in een grote stoel. Woest was ze, omdat ik had geopperd naar het strandje te gaan. ‘Ik wil niet!’ had ze gebruld. ‘Strand is stom! Het zand kriebelt tussen je tenen en onder water voelt de bodem glibberig. Ik. Ga. Niet. Mee!’
Iedere keer dat het woord ‘strand’ deze zomer ter sprake kwam, was ze boos geworden. Zwemmen wilde ze zeker wel, maar niet in een rivier, meertje of plas. Zwemmen moest in een zwembad. In het diepe, want ze had toch niet voor niets twee diploma’s gehaald?
Vanmiddag waagde ik weer een poging. De jongste en ik wilden graag naar het water, de oudste niet. Ik probeerde haar om te praten door een spelletje voor te stellen, dat we samen zouden doen terwijl haar zusje in het zand speelde. Het antwoord bleef ‘nee’.
Tot ik zei dat we dit weekend zeker een kéér naar een strandje zouden gaan. ‘Oké, doe dan nu maar,’ brieste ze. ‘Dan ben ik er tenminste vanaf!’ De woorden werden gevolgd door een huilbui. Ik wist dat ik veel van haar vroeg, dat deze verandering in háár plannen haar echt veel energie kostte. Anderzijds wilde ik haar ook wat flexibiliteit aanleren en bovenal: ik wist hoe leuk ze strandjes vorige zomer vond.

Terwijl de jongste dochter schepjes en emmertjes verzamelde, zocht de oudste iets uit in de spelletjeskast. Ik vulde een tas met badlakens, ranja en chips en al gauw konden we op pad.
Het strandje ligt amper een halve kilometer van huis. Vlak voor we er waren, vloog mijn oudste meisje ineens voor ons uit. Nog voor ik de tas had neergezet, lagen haar schoenen in het zand en stond ze met haar voeten in de IJssel. ‘Koud!’
Nu zit ik dus op mijn badlaken te kijken hoe de meiden genieten van het water en het zand. Naast me ligt een half gespeeld spelletje. ‘Je mag het wel opruimen, mam, ik denk dat ik toch liever wil spelen.’ Ik stop de kaartjes terug in de doos en bedenk dat dit een uitgelezen moment zou zijn voor een goed boek. Toch vind ik het niet erg dat ik er geen bij me heb; het zicht op spelende kinderen verveelt nooit.
Zeker niet als de oudste even later naast me komt zitten. ‘Mama,’ verzucht ze met een handdoek om haar schouders, ‘ik was vergeten dat het hier zó leuk is!’ Ik glimlach en trek haar even tegen me aan. Het kost soms wat moeite om haar op andere gedachten te brengen, maar momenten als deze, momenten waarop het lukt, zijn meer dan goud waard.
Heerlijk lezen weer. Betekent dit nu, dat het de rest van de zomer makkelijker zal gaan, of blijft het toch steeds weer een strijd om haar mee te krijgen naar het strand ?
LikeGeliked door 1 persoon
Ik hoop dat het vanaf nu makkelijker gaat, maar of dat écht zo is, moeten we nog even afwachten…
LikeLike
Goed en tactisch opgelost Berber,
Volgende keer zal het zeker beter gaan
Groet Wim
LikeGeliked door 1 persoon
Vast!
LikeLike
Lieve Berber, Meike en Ymke, Nu maar hopen dat wij in augustus heel veel zandkastelen kunnen bouwen met de meisjes aan het Spaanse strand. Prachtig verwoord, en fijn dat jullie genoten hebben, ik van de blog xa
LikeGeliked door 1 persoon
Dat zou inderdaad heerlijk zijn!
LikeLike