Trots

‘Mevrouw, in mijn verslag zit het woord “borsten”. Is dat erg?’ ‘Mevrouw, bent u vanavond ook op school?’ ‘Mevrouw, mag ik de boekdoos ook bij u thuisbrengen?’ De afgelopen week ben ik overspoeld door de vele vragen die mijn leerlingen me tijdens de les of via Teams stelden. Er staat dan ook iets belangrijks op het spel: de boekdoos voor Nederlands!

In plaats van een verslag te schrijven of een presentatie te geven, maken alle eersteklassers naar aanleiding van hun eerste gelezen boek een boekdoos: een schoenendoos die ze versieren en waarin ze voorwerpen verzamelen die met het boek te maken hebben. Toen ik de opdracht uitlegde, keken de meeste leerlingen me bijna angstig aan. De opdracht leek groots en onoverzichtelijk, maar daarna gingen ze fanatiek aan de slag. En dat levert pareltjes op!

Vandaag is de Grote Inleverdag en de leerlingen staan met hun boekdozen voor me in de rij. Je kunt de spanning van sommige gezichten aflezen: zou ze het goed vinden? Van elke boekdoos die ik aanneem, bekijk ik in ieder geval de onderkant, waar de naam moet staan. Eén jongen ontroert me. Hij heeft niet alleen zijn naam en klas genoteerd, maar ook zijn leeftijd. Even is het alsof ik een kleurwedstrijd moet jureren, maar ik wil iedereen de eerste prijs geven.

Sommige boekdozen verrassen me door hun gewicht of door de geluiden die klinken als ik ze voorzichtig op en neer beweeg. Andere maken indruk door de prachtige versieringen die erop zijn aangebracht. Al gauw sta ik dan ook net zo te stralen als mijn leerlingen: elke boekdoos die ik krijg, voelt als een voor mij persoonlijk gemaakt cadeautje.

Inmiddels staan alle boekdozen op de docentenwerkplek. Hier zal ik ze de komende tijd bewaren en allemaal één voor één bekijken en beoordelen. De meeste leerlingen zullen een ‘voldoende’ of ‘goed’ krijgen, de enkeling die een ‘onvoldoende’ haalt, mag zijn doos verbeteren tot hij ook een ‘voldoende’ waard is.

Met een dikke stapel beoordelingsformulieren in mijn hand sta ik tussen de torenhoog opgestapelde boekdozen. Ik heb er zin in, maar ik heb geen idee waar ik moet beginnen. Het zijn er zó veel en ze zien er zó tof uit. Ik stapel en herschik. Til hier en daar een deksel op om vast voorzichtig te spieken naar de inhoud. Moet ik ze nu per klas groeperen? Of zal ik maar met een willekeurige doos beginnen? En met wélke willekeurige doos dan? Want echte willekeur bestaat natuurlijk helemaal niet in een situatie als deze.

Glimlachend dartel ik tussen de dozen door. Langslopende collega’s toon ik enthousiast wat een fantastisch werk mijn leerlingen geleverd hebben. Dan begin ik toch maar met het nakijken en beoordelen van de eerste dozen. Of ik er na tachtig stuks nog zo blij bij kijk, durf ik niet te zeggen, maar voorlopig sta ik te stralen van trots. Wat een topleerlingen heb ik toch!

3 reacties

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s