‘Mam, mogen we wat lekkers?’ vragen de meiden terwijl ze de tuin in komen rennen. Kennelijk zijn ze uitgespeeld met hun vriendjes en vriendinnetjes. ‘En mogen we al op onze tablets?’ Ik kijk op van de was die ik aan de tuintafel sta te vouwen en beantwoord hun vragen. ‘Ja’ op de eerste, ‘nee’ op de tweede.
Het was flink rennen en vliegen vanmiddag. Ik moest tot twee uur lesgeven, daarna nog een mail beantwoorden en om kwart over twee bij de basisschool staan om de meiden op te halen. Echt veel tijd om van de werkmodus in de vrijetijdsstand te komen heb je dan niet, terwijl ik die schakeltijd over het algemeen goed gebruiken kan.
Het kwam me dan ook wel goed uit dat de meisjes uit spelen gingen. Het gaf mij de gelegenheid mijn zinnen te verzetten, wat praktische dingen te regelen – grasmaaien, was opvouwen – en me te realiseren dat ik eigenlijk wel toe was aan een verlenging van het weekend. Mijn gedachten gingen steeds naar de avocado in de schuur, naar de guacamole die je daar van kunt maken, en naar de alcoholvrije biertjes in de koelkast. Maar ja, het is maandag, kun je dat dan wel maken?
De meiden helpen me over de drempel. ‘Mogen we chips?’ willen ze weten na het ‘ja’ op de vraag of ze wat lekkers mogen. Ik haal de staafmixer en de tortillachips tevoorschijn en zij beginnen te juichen. ‘Mogen we dan ook chocoladepinda’s?’ vraagt de oudste. ‘En crackertjes?’ ‘Misschien kun je alles wel mooi in kleine bakjes op een dienblad zetten,’ stelt de jongste voor. ‘Dat vind ik altijd zo gezellig.’
In een paar seconden gaan al mijn chips-zijn-voor-het-weekendprincipes opzij en stellen we met zijn drieën een blad met lekkere dingen samen. We dragen alles naar buiten, naar de tuintafel, en nemen ook de Carcassonne mee, want een spelletje hoort er natuurlijk bij.
We genieten van de zon, de gezelligheid en de chips, maar meer nog geniet ik van de meiden. De oudste stelt zich geduldig op om haar zusje het spel te leren, terwijl zij juist een bijzonder leergierige houding aanneemt. Wanneer er een schaaltje leeg is, staan ze uit zichzelf op om het aan te vullen, tot ik toch een grens aangeef: ‘Anders lusten jullie straks helemaal geen avondeten meer.’
We hebben het zo fijn met elkaar dat ik het bijna jammer vind dat het spel is afgelopen. Terwijl de oudste juicht omdat ze derde is geworden, ruimen de meiden de kaartjes op. Wat hebben we het toch goed samen. Laat de zon maar vaker schijnen, dan voer ik wel vaker een verlengd weekend in.
Wat heerlijk !
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi Berber
LikeGeliked door 1 persoon