Beetje wiebelig

Als het goed is, vlieg ik morgen na een heerlijke week bij mijn zus en zwager weer naar Nederland. Als het goed is, want zuslief heeft me al bij het boeken van de tickets gezegd dat ik enkel naar het vliegveld zal worden gebracht als ik minimaal tien minuten op een supboard kan blijven staan. En dat is best lang.

Vorig jaar, toen ik ook in Spanje was, heb ik voor het eerst gesupt. Of beter gezegd: een poging daartoe gewaagd. Mijn zus deed het voor. Ze klom vanuit de zee op het board en peddelde zó weg.

Mij ging het minder makkelijk af. Ik kwam niet eens aan peddelen toe, want nog voor ik overeind stond, viel ik van de plank. Nog eens. En nog eens. Na een halfuur proberen bleef ik hooguit tien seconden staan.

Vandaag ga ik dus voor de herkansing. Samen dragen we het board de zee in. Ik maak het bandje aan mijn enkel vast en zwem eerst een stukje, bij de andere mensen vandaan. ‘’t Is maar goed dat ik hier niemand ken,’ had ik gezegd. ‘Ach,’ antwoordde mijn zus. ‘Mensen zullen je hooguit jaloers aankijken omdat je een sup hebt. Of je het kunt, doet er niet toe.’

Met die gedachte ga ik eerst op mijn knieën op de plank zitten. Dan voorzichtig op mijn hurken en vervolgens kom ik heel langzaam overeind. Ik doe mezelf aan Bambi denken, als het hertje in de Disneyfilm voor het eerst gaat staan. Dat gaat niet al te best. ‘Beetje wiebelig, vind je niet?’ merkt één van de toekijkende konijntjes op.

Het is inderdaad een beetje wiebelig. Behoorlijk wiebelig zelfs, maar na tien of twintig keer vallen lukt het me te blijven staan. Mijn tenen zijn gespreid als die van de hagedissen die ik hier de laatste dagen zoveel gezien heb. Mijn knieën licht gebogen, al mijn spieren aangespannen. Ik durf mijn peddel amper in het water te steken, bang dat ik val. Als ik het toch doe, gebeurt dat natuurlijk ook.

Maar ik blijf proberen, ’t is iets met vallen en opstaan. Na verloop van tijd heb ik niet alleen veel zeewater gedronken, ik heb ook een zeker evenwicht gevonden. Het lukt me te blijven staan en stukjes te peddelen. De golven die onder mijn board klotsen weet ik te trotseren en ik kom zowaar vooruit!

Vanzelfsprekend val ik geregeld. Als ik om een boei probeer te varen of als een golf te hoog is, maar ik sup gewoon! Of ik de vereiste tien minuten achtereen haal, durf ik niet te zeggen. Ik ben te veel gefocust op mijn board om op mijn horloge te kunnen kijken. Maar het lijkt erop dat ik morgen naar huis kan vliegen. Met spierpijn, dat dan weer wel.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s