Lachend glijden mijn meiden over het ijs, ronde na ronde. Hield de jongste eerst nog vrij krampachtig mijn hand vast, nu durft ze ook zelf te schaatsen, net als haar grote zus. Ik had gedacht dat ze na een halfuur, drie kwartier wel uitgekeken zouden zijn, maar de dames weten van geen ophouden; we zijn hier al ruim twee uur!
In december, toen er natuurijs lag, heb ik halsoverkop ‘nieuwe’ tweedehands schaatsen voor de meiden gekocht. Ze genoten zo van het ijs dat ik ze beloofd heb dat we deze winter zeker nog eens zouden schaatsen. Ik geloofde er toen nog in dat het opnieuw zou gaan vriezen, maar dat gebeurde niet. Dus keek ik op de site van de kunstijsbaan, die dit weekend voor het laatst open blijkt te zijn. We zijn dus precies op tijd om nog even los te gaan.
En dat gáán we. Na een autorit van drie kwartier (‘Moeten we echt zo lang rijden?’) stapt mijn oudste meisje als eerste op het ijs. Even moet ze wennen, al gauw worden haar slagen zelfverzekerder en glijdt ze keurig over de baan. Haar zusje houdt me stevig bij de hand, maar komt ook steeds beter vooruit. En het belangrijkste: de meiden lachen. Niet een beetje, maar breeduit.
Na een poosje wil mijn jongste het ook zelf proberen. Met haar hand vlakbij de mijne, maar toch los, maakt ze voorzichtige streken over het ijs. Haar zelfvertrouwen groeit, na een poosje gebaart ze dat ik mijn hand wel weg mag doen, die is niet meer nodig. ‘Maar ik blijf wel in de baan voor langzame schaatsers, hoor,’ verzekert ze me.
Tijdens het dweilen nemen we een korte pauze. De meiden drinken ranja en eten ontbijtkoek. Al ruim voor de baan weer vrijgegeven wordt, staan ze klaar om het ijs op te gaan. ‘Wij kunnen wel even samen schaatsen, mam,’ stellen ze voor, ‘dan kun jij even zelf.’
Ik geniet van de vrijheid, van de lange slagen over het ijs en van het overstappen in de bochten, dat ik beter blijk te kunnen dan ik vooraf had gedacht. Elke keer als ik de meiden inhaal, groeten we elkaar, zwaaien we en roep ik hen complimentjes toe. Af en toe rijden we een ronde samen, lachen we en stralen we.
Ook na de tweede pauze kunnen de meiden niet wachten tot ze weer verder mogen. Trots kijk ik toe hoe ze over de baan glijden. Had ik vooraf geweten dat ze zo zouden genieten van deze middag, dan had ik niet gewacht tot dit laatste moment. Nu moeten we nog zeven maanden geduld hebben. Dan is het oktober en gaat de ijsbaan weer open. Reken maar dat wij dan van de partij zijn.