Blessuretijd

Als ik de groepsfoto binnenkrijg op mijn telefoon, steekt er iets. Het is als met een klassenfoto waar je niet op staat omdat je ziek was toen hij genomen werd. Je voelt je één met de anderen, je hoort erbij, maar er is niemand die dat nu kan zien. Bij een schoolfoto, toch een iconisch moment in je jeugd, is die teleurstelling begrijpelijk, maar nu…?

Teamfoto BC Kampen

We hadden het zo goed geregeld: manlief aan het werk, dochters bij mijn ouders te logeren en ik een hele dag vrij om mee te doen aan een toernooi. Maar ja, toen wist ik nog niet dat ik geblesseerd zou raken en maandenlang niet zou kunnen badmintonnen.

Eerst dacht ik nog dat het wel mee zou vallen. Ik meldde me af voor twee trainingen en ging ervan uit dat ik daarna weer zou kunnen spelen. Mijn trainer schatte het minder optimistisch in. ‘Een tennisarm?’ zei hij tegen een van mijn teamgenoten. ‘Die komt het hele seizoen niet meer terug.’

GrenzenHet is iets met grenzen. Ik zie ze niet, voel ze niet en ga er daardoor structureel overheen. Zelfs als ik terugkijk weet ik niet wanneer het misging, op welk moment ‘iets voelen’ overging in ‘ergens last van hebben’, in ‘pijn doen’ en eindigde met ‘niet meer kunnen spelen omdat het zo zeer doet’.

Ik zie wel een patroon, want niet alleen bij het badmintonnen ga ik te ver. Het is vast geen toeval dat ik al voor de derde keer overwerkt thuis zit. Het is vast niet voor niets dat  ik vroeger soms weken tot maanden niet kon voetballen of hardlopen vanwege een overbelast scheenbeen.

Patronen herkennen is alleen zoveel makkelijker dan ze doorbreken, zeker als rustig aan doen niet je sterkste punt is. Dus hoewel ik niet kan badmintonnen, blijf ik bestuursvergaderingen bijwonen en als beheerder van de sociale media blijf ik vertellen hoe tof de trainingen en hoe spannend de wedstrijden zijn.

Latte macchiato EenhoornDat ik dit seizoen inmiddels meer wedstrijden niet gespeeld heb dan wel, probeer ik te negeren. Dat mijn enige aandeel in de competitie bestaat uit oppassen wanneer één van mijn teamgenoten geen babysit heeft, eveneens. Ik doe echt mijn best om mijn jaloezie en frustratie te verbergen, maar soms lukt dat gewoon niet.

Bij het zien van de groepsfoto in de sporthal kan ik dan ook wel janken. Ik wil helemaal niet in mijn eentje in deze koffiebar zitten te schrijven. Ik wil dáár zijn. Lol maken, wedstrijden spelen, samen met de anderen. Maar ik verbijt mijn tranen, neem een slok van mijn latte macchiato en doe wat me te doen staat: ik post de foto op Facebook en schrijf erbij hoe ongelooflijk leuk ‘we’ het hebben vandaag.

Eén reactie

  1. Is het misschien enige ‘troost’ als ik zeg, dat dat met die grenzen dan wellicht in de familie zit… ? Hier ook zo’n soort patroon, vooral achteraf zichtbaar, en verder vooral een hoop goede voornemens waarmee ik dan toch maar weer hoop neem voor de toekomst… ( verschil is wel, dat ik er niet zo mooi over schrijf )

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s