Ik voel de tranen prikken achter mijn ogen wanneer de boot met tientallen, misschien we honderden Pieten aan komt varen. Direct slaat de verwarring toe. Sta ik nu bijna te huilen? Omdat Sinterkláás binnenkomt? Dat is nog nooit eerder gebeurd! Nou ja, vroeger misschien, toen ik nog gelovig en bang was. Maar tranen van vreugde? Dat is nieuw.
De dag was gehaast begonnen toen mijn man en ik om 9:15 uur wakker schrokken. De meiden waren al beneden en vermaakten zich uitstekend met televisie en ontbijt, terwijl wij nog ‘even’ waren gaan liggen. ‘Even’ te lang, zo bedacht ik me direct, want over drie kwartier zou Sinterklaas al aankomen!
Ik sprintte de trap af en greep na het ‘Goedemorgen’ mijn laatste strohalm: ‘Willen jullie echt naar de intocht in de stad of zullen we toch maar lekker warm en gezellig naar Sint en zijn Pieten op televisie kijken?’ Ik had het niet eens hoeven vragen, want als uit één mond klonk het: ‘In de stad.’ Vooruit dan maar. Actie!
Terwijl ik me waste in de badkamer, kleedde onze oudste zich zelf aan. Mijn man hielp de jongste in haar pietenpakje. Vanaf het moment dat de oudste haar zusje zo zag, was het mis. ‘Ik wil óók pietenkleren aan!’ brulde ze.
Die hadden we niet. Nou ja, érgens in huis moest nog een ander pakje zijn. Daarbij in de buurt lagen vast ook de pietenmutsjes, want daarvan konden we er nu niet één vinden.
De oudste sloeg me met verwijten om de oren: ‘Waarom heb je geen nieuwe pietenkleren voor mij gekocht? Waarom heb je daar niet eerder aan gedacht? Je wéét toch dat ik me ook wil verkleden? Dit is níet eerlijk!’ Haar wangen waren nat en vlekkerig van het huilen, haar ogen spuwden vuur.
Bij mij sloegen de twijfels toe. Ik dacht dat ik alles goed voorbereid had: voor de jongste had ik een aftelkalender getekend, die ik gekopieerd had toen de oudste er ook één bleek te willen. We hadden naar het Sinterklaasjournaal gekeken. Ik had pepernoten in huis. Kleine cadeautjes en chocolademunten voor als ze hun schoen mochten zetten. Aan pietenpakjes had ik alleen niet gedacht. Was deze woede-uitbarsting dan eigenlijk niet mijn eigen schuld?
‘Volgende week mag jij het pakje aan,’ probeerde ik voorzichtig, ‘als we weer bij Sinterklaas gaan kijken.’ Natuurlijk was dat geen oplossing. ‘Ik wil niet volgende keer,’ sputterde ze, terwijl ze huilend bij mij op schoot kroop. ‘Ik wil nu!’
Ik wilde boos worden. Zeggen dat ze zich niet aan moest stellen en moest stoppen met zeuren. Dreigen dat ze thuis zou blijven als ze niet gauw zou ophouden met huilen. Ik wilde haar troosten. Ik wilde haar knuffelen en zeggen dat het goed zou komen, al had ik geen idee hoe.
Net op dat moment kwam mijn man beneden met een pietenmutsje en een Sinterklaashandpop. Gevonden, ergens in huis. Tot onze grote opluchting klaarde onze oudste op, ze begon zelfs te stralen. ‘Nu hebben we allebei twee dingen. Dank je, pap!’
We sprongen op onze fietsen en raceten naar het centrum. We kwamen net een steegje uit toen het diepe geluid van de scheepshoorn klonk. Perfecte timing.
Hier staan we dus. De jongste zit bij mijn man op de nek en de oudste kan vanaf mijn schouders alles zien. ‘Mam!’ roept ze glunderend. ‘Ik zie Piet! Heel veel Pieten! Piet Piet Piet Piet Piet! En Sinterklaas! Sinterklaas is er ook, mam!’ En daar komen die tranen. Die stomme tranen om Sinterklaas. Maar vooral omdat het vandaag dus echt goedkomt.
[…] er vanwege corona geen intocht in de stad is, is voor ons een zegen. Door de enorme hoeveelheid mensen en alle geluiden zijn de meiden […]
LikeLike